Inleiding
Ruim twee derde van de patiënten met een mammacarcinoom heeft hormoonreceptorpositieve (HR-positieve), humaan epidermaal groeifactorreceptor 2-negatieve (HER2-negatieve) ziekte.1 Bij patiënten met gemetastaseerd HR-positief, HER2-negatief mammacarcinoom bestaat in Nederland de standaard eerstelijnstherapie uit antihormonale therapie, gevolgd door endocriene therapie met een CDK4/6-remmer in de tweede lijn. In het geval van endocriene resistentie kan worden overgegaan op chemotherapie, waaronder een taxaan, anthracycline en capecitabine.
Sacituzumab-govitecan is een antilichaamgeneesmiddelconjugaat (ADC) dat bestaat uit een Trop-2-antilichaam, een linker en het cytotoxische SN-38. Het Trop-2-antilichaam is een gehumaniseerd IgG1-antilichaam gericht tegen het Trop-2-eiwit, dat tot expressie komt op het oppervlak van diverse solide tumoren. Het gekoppelde cytotoxische geneesmiddel is SN-38, de vele malen potentere metaboliet van irinotecan. De ratio SN-38 per antilichaam bedraagt 7,6. Dat wil zeggen dat er 7,6 moleculen SN-38 aan één Trop-2-antilichaam zijn gekoppeld. Het ADC wordt na binding aan Trop-2 in zijn geheel geïnternaliseerd en gedegradeerd door de lysosomen, waarna SN-38 vrijkomt. SN-38 werkt direct in de cel waar het geïnternaliseerd is, maar kan ook door de celwand diffunderen en zo effect hebben op de omliggende cellen (bystander effect). Sacituzumab-govitecan leidt bij patiënten met tripelnegatief gemetastaseerd mammacarcinoom tot een langere PS en OS en heeft voor deze indicatie een positief cieBOM-advies gekregen.2
De EMA heeft sacituzumab-govitecan geregistreerd voor de behandeling van patiënten met een irresectabel of gemetastaseerd HR-positief, HER2-negatief mammacarcinoom die hormoontherapie en ten minste 2 eerdere lijnen systemische therapie voor irresectabele of gemetastaseerde ziekte hebben ontvangen.
1. Kankersoort en lijn van behandeling
De fase III-studie TROPiCS-02 evalueerde sacituzumab-govitecan bij patiënten met HR-positief, HER2-negatief gemetastaseerd mammacarcinoom die progressief waren op endocriene therapie en minimaal 2 lijnen chemotherapie gehad hadden.3,4
2. Vergelijking met de referentiebehandeling in Nederland
In Nederland wordt bij patiënten met een irresectabel of gemetastaseerd HR-positief, HER2-negatief mammacarcinoom na endocriene therapie met in de tweede lijn een CDK4/6-remmer, doorgaans een taxaan- of anthracylinebevattende therapie dan wel capecitabine gegeven. In de daaropvolgende lijnen worden behandelingen met vinorelbine, gemcitabine of eribuline-mesilaat als reguliere behandelopties beschouwd. De behandeling in de controlegroep kan als gelijkwaardig aan de referentiebehandeling in Nederland worden beschouwd.
3. Methode en kwaliteit van de studie
De TROPiCS-02 is een internationale, gerandomiseerde, open-label fase III-studie. Inclusiecriteria waren irresectabel of gemetastaseerd HR-positief, HER2-negatief mammacarcinoom, progressie na minimaal 1 lijn endocriene therapie, een CDK4/6-remmer ergens in de behandeling en 2 tot 4 lijnen chemotherapie voor gemetastaseerde ziekte, waaronder in ieder geval 1 taxaan. Overige inclusiecriteria waren een leeftijd boven de 18 jaar, ECOG-performancestatus van 0 of 1 en meetbare ziekte volgens RECIST 1.1. Belangrijke exclusiecriteria waren eerdere behandeling met een topoïsomerase 1-remmer, actieve infecties, ernstig cardiaal lijden en actieve inflammatoire darmziekten.