Inleiding
Jaarlijks wordt in Nederland bij ongeveer 500 mensen een maligne pleuraal mesothelioom gediagnosticeerd. Het is een agressieve vorm van kanker die in de meeste gevallen irresectabel en ongeneeslijk is bij diagnose. De 5-jaarsoverleving is minder dan 10 procent. Twee belangrijke subtypen worden onderscheiden: het niet-epitheloïde en epitheloïde subtype, waarbij het niet-epitheloïde subtype een slechtere prognose heeft dan het epitheloïde subtype. De standaardbehandeling voor irresectabel mesothelioom bestaat al sinds jaren uit 4-6 kuren platinum en pemetrexed, met een mediane overleving van 12 maanden.1 Recent is toegevoegd als mogelijke eerstelijnsbehandeling van patiënten met irresectabel maligne pleuraal mesothelioom de combinatie van nivolumab en ipilimumab, waarbij dit met name beter lijkt bij de niet-epitheloïde variant.2