Preklinisch onderzoek heeft aannemelijk gemaakt dat remming van androgeenreceptorsignalering PARP-activiteit stimuleert en daarmee cellen gevoeliger maakt voor PARP-remming. Alle drie door cieBOM beoordeelde studies naar deze interactie laten positieve resultaten zien. Een belangrijke vraag is of PARP-remming gecombineerd met een tweedegeneratie antiandrogeen middel (ARTA) effectiever is dan sequentiële toediening in een latere lijn. De MAGNITUDE-studie (niraparib en abirateron versus abirateron) en de TALAPRO-2-studie (talozaparib en enzalutamide versus enzalutamide) rapporteren geen of beperkte cross-over van de controlegroep naar een PARP-remmer, waardoor er geen uitspraak kan worden gedaan over de optimale sequentie van behandelingen.
De radiologische progressievrije overleving (rPFS) in eerdere fase II-studies (enkel cohort) naar niraparib (GALAHAD-studie) en talozaparib (TALAPRO-1-studie) als tweede of derde lijn monotherapie, was echter belangrijk korter (helft of minder) dan in de hier besproken studies. Dit suggereert een grotere effectiviteit van PARP-remmers in een vroegere lijn en in combinatie met een ARTA.