1. Samenvatting eerder advies
In februari 2021 beoordeelde de cieBOM de waarde van niraparib als onderhoudsbehandeling bij patiënten met een gevorderd hoog-gradig, hoog stadium (FIGO-stadium III en IV) ovariumcarcinoom, tubacarcinoom of peritoneaalcelcarcinoom, die een respons hebben na eerstelijnsbehandeling met platinumbevattende chemotherapie.1 In de PRIMA/ENGOT-OV26/GOG-3012-studie werd 3 jaar adjuvante behandeling met niraparib vergeleken met placebo bij patiënten met een stadium III-ziekte met zichtbare residuale ziekte of inoperabele stadium III-ziekte, of stadium IV-ziekte. Patiënten moesten in ieder geval 4 cycli platinumbevattende chemotherapie gehad hebben, waarna er een complete of partiële remissie was ontstaan zonder meetbare tumorresten groter dan 2 cm. Het CA 125-gehalte moest genormaliseerd zijn of 90 procent of meer zijn gereduceerd tijdens de primaire behandeling en ten minste 7 dagen stabiel zijn. Er werd een centrale test verricht op homologe-recombinatiedeficiëntie (HRD), gedefinieerd als de aanwezigheid van een in de tumor vastgestelde BRCA-mutatie of een HRD-score van 42 of hoger (op een schaal van 0-100) of een combinatie van beide. Na amendement 1 (1 december 2016) mochten alle patiënten worden geïncludeerd en werd HRD een stratificatiefactor.
Het primaire eindpunt was onafhankelijk beoordeelde progressievrije overleving (PFS) in de groep patiënten met een HRD-tumor en in de gehele populatie; dit werd hiërarchisch getest. Secundaire eindpunten waren overleving, tijd tot volgende behandeling, effectiviteit van de volgende behandeling, PFS2 en tijd tot CA 125-stijging. Tussen juli 2016 en juni 2018 werden 733 patiënten door 181 centra in 20 landen gerandomiseerd: 487 patiënten in de niraparibgroep en 246 patiënten in de placebogroep. Van de 733 patiënten hadden 373 patiënten (50,9 procent) HRD-tumoren, waarvan bij 223 patiënten een BRCA-mutatie vastgesteld werd en bij 150 patiënten geen BRCA-mutatie aanwezig was.
Ten tijde van de primaire analyse was de mediane follow-up 13,8 maanden. Het primaire eindpunt PFS in de HRD-populatie was statistisch significant langer in de niraparibgroep dan in de placebogroep (HR: 0,43 [95%-BI: 0,31-0,59]; p < 0,001). De mediane PFS in de HRD-populatie bedroeg 21,9 maanden in de niraparibgroep en 10,4 maanden in de placebogroep. In de totale populatie was de PFS ook langer in de niraparibgroep dan in de placebogroep. De mediane PFS in de totale populatie bedroeg 13,8 maanden in de niraparibgroep en 8,2 maanden in de placebogroep (HR: 0,62 [95%-BI: 0,50-0,76]; p < 0,001). Deze resultaten voldeden aan de PASKWIL-criteria voor adjuvante behandeling voor een voorlopig positief advies voor patiënten met een gevorderd hooggradig, hoog stadium (FIGO-stadium III en IV) ovariumcarcinoom, tubacarcinoom of peritoneaalcelcarcinoom, die een (complete of partiële) respons hebben na eerstelijnsbehandeling met platinumbevattende chemotherapie.