Onvermijdelijke keuzes

  • 2 min.
  • Voorwoord
Portretfoto (kleur) Machteld Wymenga
Beeld: Gerard van Bree

Bij het schrijven van dit voorwoord staat er een drukke maand voor de deur. De kwartiermaker van het Integraal Zorgakkoord (IZA) zal rond 5 april een concept-plan van aanpak over netwerk- en expertzorg presenteren. Dit plan kan grote impact hebben op onze patiënten en ook op onze werkzaamheden. Naar verwachting zullen in de eerste tranche vijf à zeven tumortypes onder de loep genomen worden. Wellicht is het goed om te noemen dat – in tegenstelling tot wat veel oncologen denken – de NVMO geen directe partner is in het IZA-traject. Via de Nederlandse Internisten Vereniging en via het platform SONCOS zijn wij via de Federatie Medisch Specialisten vertegenwoordigd. We hopen dat er voldoende gelegenheid is om ons perspectief naar voren te brengen. Wat onze patiënten over reizen denken, verwachten we in de zomer te weten. Op 13 en 14 maart was ons landelijke flashmob-onderzoek over reisbereidheid, en deze week stroomden nog steeds papieren enquêteformulieren bij het IKNL binnen. Volgens de eerste schattingen hebben meer dan vierduizend patiënten hun mening gegeven. Echt fantastisch!

In april is ook de voorjaars-alv met aansluitend een bijeenkomst over doelmatigheid. Ik hoop dat deze bijeenkomst even inspirerend zal zijn als die van 14 december 2022. Doelmatigheid is een van de speerpunten van de strategie 2023-2026 van de NVMO. In het kader van dit thema wil ik graag het volgende met u delen: de afgelopen maand zijn er twee middelen waar cieBOM een positieve beoordeling over gaf niet in het verzekeringspakket terechtgekomen. Ten eerste de toepassing van (neoadjuvant) pembrolizumab bij triple-negatieve borstkanker. CieBAG houdt de vergoedingsstatus op ‘nee’ en wacht op een duiding van het Zorginstituut over deze en andere (neo-)adjuvante (immuun)therapie. Ten tweede zal sacituzumab govitecan niet tot het basispakket worden toegelaten voor gemetastaseerd triple-negatieve borstkanker omdat de prijsonderhandelingen in de sluis niet tot een tevredenstellend akkoord hebben geleid. De minister van VWS stelt daarmee dat de uitgaven voor dit middel niet maatschappelijk aanvaardbaar zijn. Deze uitspraak is voor patiënten en voor behandelaren uitermate teleurstellend. Anderzijds is het prijzenswaardig dat de politiek zich nu voor het eerst uitspreekt over de kosten van een oncologisch middel. Gezien het aantal nieuwe dure middelen en het aantal dat nog in de pijplijn zit, de toename van het aantal patiënten met kanker, en de afspraken in het IZA zijn keuzes onvermijdelijk. Bij deze keuzes wil en zal onze beroepsgroep de handschoen zeker oppakken maar ik ben blij dat de politiek dat ook doet.

Een hartelijke groet vanuit Twente,

Dr. Machteld Wymenga, voorzitter NVMO
redactie@medischeoncologie.nl