Larotrectinib bij solide tumoren met een NTRK-genfusie

  • 9 min.
  • BOM

Inleiding

Tropomyosinereceptorkinasen (TRK’s) zijn tyrosinekinasen (TRKA, TRKB en TRKC) die binden met neurotrofinen; een familie van groeifactoren betrokken bij de formatie en het functioneren van het zenuwstelsel. TRK-receptoren worden gecodeerd door de respectievelijke NTRK-genen (neurotrofe receptortyrosinekinase) NTRK1, NTRK2 en NTRK3. Chromosomale herschikking van NTRK-genen door een NTRK-genfusie leidt tot de vorming van oncogene TRK-eiwitten met een ligand-onafhankelijke activering van daaropvolgende celsignaleringsroutes betrokken bij proliferatie en apoptose (onder andere RAS, PI3K en PLC 1-4).

Larotrectinib is een ATP-competitieve (adenosinetrifosfaat), selectieve TRK-remmer. De werkzaamheid van larotrectinib is onderzocht in een hier te bespreken onderzoeksprogramma voor patiënten, kinderen en volwassenen, met een solide maligniteit, ongeacht het tumortype, met een TRK-fusie. Het programma bevatte 3 klinische studies: 1 fase I-studie met volwassenen, 1 fase I-/II-studie met kinderen en 1 fase II-studie met adolescenten en volwassenen. Initieel is een analyse van de werkzaamheid en veiligheid van larotrectinib gerapporteerd op basis van de eerste 55 in het programma geïncludeerde patiënten met een prospectief geïdentificeerde NTRK-fusiepositieve maligniteit (eerste analyse).1 In een latere publicatie werd een uitgebreidere gepoolde effectiviteitsanalyse gerapporteerd met 159 patiënten met een NTRK-genfusie en een veiligheidsanalyse met 260 patiënten behandeld met larotrectinib onafhankelijk van NTRK-fusiestatus (tweede analyse).2 Er is op dit moment (januari 2022) geen gerandomiseerde studie met larotrectinib aangemeld op clinicaltrials.gov.

1. Kankersoort en lijn van behandeling

Larotrectinib is door de EMA geregistreerd voor de behandeling van volwassen en pediatrische patiënten met een solide tumor met een NTRK-genfusie. Larotrectinib mag alleen worden gebruikt als er geen behandelingsopties zijn waarvan een klinisch voordeel is vastgesteld of als dergelijke behandelingsopties zijn uitgeput.
Larotrectinib is door de EMA geregistreerd in het kader van een zogeheten ‘voorwaardelijke toelating’. Dit betekent dat aanvullende data over de effectiviteit van dit geneesmiddel wordt vereist.

2. Onderbouwing voor een niet-gerandomiseerde studie

Larotrectinib is geïndiceerd voor de behandeling van patiënten met een maligniteit met een NTRK-genfusie waarbij er geen behandelopties (meer) zijn. De referentiebehandeling in Nederland is een palliatief ondersteunend beleid. NTRK-genfusies zijn zeldzaam in de veelvoorkomende tumorsoorten (0,3 tot 1 procent), maar worden in een hoge frequentie (93 tot 100 procent) aangetoond in enkele zeldzame tumorsoorten, waaronder infantiel fibrosarcoom, congenitaal mesoblastisch nefroom, secretoir carcinoom van de borst en secretoir carcinoom van de speekselklier (MASC).

3. Methode en kwaliteit van de studie

De werkzaamheid en veiligheid van larotrectinib is geanalyseerd op basis van data van 3 studies met patiënten met een gevorderde solide tumor, progressief of non-responsief op de (indien beschikbaar) gegeven standaardbehandeling(en).

  • Een fase Ia-/Ib-studie met volwassen patiënten. De studie was opgedeeld in een dosisescalatiefase en een expansiefase.
  • Een fase II basket-studie met adolescente en volwassen patiënten met een maligniteit met een NTRK1-, NTRK2- of NTRK3-fusie. Primair eindpunt van deze studie was responskans (ORR).
  • Een fase I-studie met kinderen met een gevorderde solide tumor of een primaire tumor uitgaande van het centraal zenuwstelsel (CZS).

Om voor inclusie in aanmerking te komen dienden patiënten een ECOG-performancestatus van 0 tot 2 en een adequate hematologische-, lever- en nierfunctie te hebben. Patiënten mochten niet eerder behandeld zijn met een selectieve TRK-remmer. De aanwezigheid van een NTRK-genfusie was geen voorwaarde voor inclusie in de 2 fase I-studies.

In de hier beschreven geïntegreerde effectiviteitsanalyses zijn alleen de patiënten met een NTRK-genfusie opgenomen. In de veiligheidsanalyses zijn ook patiënten zonder NTRK-genfusie meegenomen. De uitkomsten van de tweede veiligheidsanalyse worden besproken. Patiënten mochten geen CZS-tumor hebben en dienden ten minste 1 dosis larotrectinib te hebben gehad. NTRK-genfusies werden geïdentificeerd in lokale, gecertificeerde laboratoria met behulp van next-generation sequencing (NGS), fluorescentiein situhybridisatie (FISH), of reversetranscriptasepolymerasekettingreactie (RT-PCR).

De vanuit de fase I-studies aanbevolen dosis larotrectinibwas tweemaal daags 100 mg (of tweemaal daags 100 mg/m2 bij kinderen met een lichaamsoppervlak kleiner dan 1 m2). De behandeling met larotrectinib werd continu gegeven tot aan ziekteprogressie, onaanvaardbare toxiciteit of terugtrekken uit de studie door de patiënt. Bij patiënten met progressieve ziekte werd het toegestaan de larotrectinib te continueren als dit, naar het oordeel van de behandelaar, klinisch voordeel zou geven.

Het primaire eindpunt van de initiële gecombineerde analyse van de 3 studies was ORR bepaald middels centrale, onafhankelijk radiologische beoordeling met behulp van RECIST 1.1. Secundaire eindpunten waren ORR bepaald door de onderzoeker, responsduur, progressievrije overleving (PFS) en veiligheid. Het primaire eindpunt van de tweede analyse was ORR bepaald door de lokale onderzoeker. Secundaire eindpunten in deze analyse waren responsduur, tijd tot respons, PFS en OS.

Responsevaluatie, met CT, MRI of bij huidtumoren een digitale schuifmaat, vond plaats voor start van de behandeling, elke 8 weken in het eerste jaar na start van de behandeling en elke 12 weken daarna tot aan ziekteprogressie. Iedere respons werd bevestigd ten minste 4 weken na het vaststellen van de initiële respons. Toxiciteit werd geregistreerd vanaf het verkrijgen van informed consent tot ten minste 28 dagen na de laatste dosis larotrectinib en werd gemeten met CTCAE 4.03.

De publicatie vermeldt dat statistische analyses werden verricht volgens het intention-to-treat-principe, maar in de analyses werden alleen patiënten opgenomen die behandeld waren met ten minste 1 dosis larotrectinib. Voor de eerste analyse werd verwacht dat 55 patiënten nodig zouden zijn om bij een verwachte ORR van ten minste 50 procent met 80 procent power een ondergrens van 30 procent ORR van het tweezijdige 95%-betrouwbaarheidsinterval (95%-BI) te kunnen aantonen. Voor de tweede analyse werden geen formele steekproefomvangberekeningen gedaan.

4. Effectiviteit van de behandeling afgezet tegen de bijwerkingen en impact van de behandeling

Vanuit de 3 genoemde studies werden eerst 55 opeenvolgende, evalueerbare patiënten met een NTRK-genfusiepositieve maligniteit geïncludeerd voor een initiële geïntegreerde analyse. Vervolgens werden nog 104 patiënten extra geïncludeerd voor een tweede effectiviteitsanalyse. Patiënten voor de eerste analyse werden tussen maart 2015 en februari 2017 geïncludeerd. Patiënten voor de tweede analyse werden tussen mei 2014 en februari 2019 geïncludeerd. De behandelduur varieerde van 0,03 tot 47,2 maanden, waarbij op moment van data-analyse 102 van de 159 patiënten (64 procent) nog behandeld werden.

De mediane leeftijd van de 159 patiënten geïncludeerd voor de tweede analyse was 43 jaar en 107 patiënten (67 procent) waren 18 jaar of ouder. In totaal 133 patiënten (86 procent) hadden een performancestatus van 0 of 1. De geïncludeerde patiënten hadden ten minste 16 verschillende kankerdiagnoses, waaronder MASC-tumoren (n = 21), infantiel fibrosarcoom (n = 29), schildkliercarcinoom (n = 26), coloncarcinoom (n = 8), longcarcinoom (n = 12), melanoom (n = 7), gastro-intestinale stromaceltumoren (n = 4) en andere soorten wekedelensarcomen (n = 36). Bij 64 tumoren was er een NTRK1-genfusie, bij 4 tumoren een NTRK2-genfusie en bij 88 tumoren een NTRK3-genfusie. Het primaire eindpunt van de eerste analyse, ORR, bepaald middels onafhankelijke centrale beoordeling, bedroeg 75 procent (95%-BI: 61-85). Een complete respons hadden 7 patiënten (13 procent) en 34 patiënten (62 procent) hadden een partiële respons. Stabiele ziekte hadden 7 patiënten (13 procent) en 5 patiënten (9 procent) hadden progressieve ziekte. Bij 2 patiënten (4 procent) kon de respons niet worden bepaald vanwege een snelle klinische achteruitgang.

De ORR bepaald door de onderzoekers bedroeg 80 procent (95%-BI: 67-90). De door de onderzoekers bepaalde ORR was ook het primaire eindpunt van de tweede analyse en bedroeg 79 procent (95%-BI: 72-85). Een complete respons werd vastgesteld bij 24 patiënten (16 procent) en een partiële respons bij 97 patiënten (63 procent). In beide analyses trad respons op onafhankelijk van tumortype, leeftijd van de patiënt en type genfusie.

Ook met betrekking tot de andere uitkomsten kwamen de resultaten van de eerste en tweede analyse goed overeen. De uitkomsten van de tweede analyse, na een mediane follow-up van 12,9 maanden, worden genoemd. De mediane tijd tot respons was 1,8 maanden (range: 0,9-6,1). De mediane responsduur was 35,2 maanden (95%-BI: 22,8-niet bereikt), de mediane PFS 28,3 maanden (95%-BI: 22,1-niet bereikt) en de mediane OS 44,4 maanden (95%-BI: 36,5-niet bereikt).

De analyse van veiligheid werd verricht bij 260 patiënten behandeld met ten minste 1 dosis larotrectinib, onafhankelijk van NTRK-genfusiestatus. De meeste vastgestelde bijwerkingen waren mild (graad 1-2). Ernstige bijwerkingen (graad 3-4) traden weinig op. De meest gerapporteerde ernstige bijwerkingen (percentage totaal en percentage door de onderzoeker gerelateerd aan de behandeling met larotrectinib) waren anemie (10 en 2 procent), neutropenie (5 en 2 procent) en verhoogd ALAT of ASAT (5 en 3 procent). Tijdens behandeling met larotrectinib zijn 14 patiënten (5 procent) overleden, meestal ten gevolge van ziekteprogressie. Bij geen van deze patiënten werd het overlijden gerelateerd aan bijwerkingen van de larotrectinib. Bij 22 patiënten (8 procent) werd de dosis larotrectinib verlaagd vanwege bijwerkingen. Bij 6 patiënten (2 procent) werd de larotrectinib gestaakt vanwege bijwerkingen.

Discussie

Larotrectinib is in Europa voorwaardelijk geregistreerd voor de behandeling van patiënten met een solide tumor met een NTRK-genfusie. Registratie vond plaats op basis van de eerste publicatie met 55 patiënten en enkele aanvullende analyses op verzoek van de EMA. Na de registratie is een tweede publicatie verschenen met effectiviteits- en veiligheidsanalyses van een uitgebreidere populatie, bestaande uit respectievelijk 159 en 260 patiënten. Het primaire eindpunt van de eerste analyse met 55 patiënten was de ORR bepaald middels onafhankelijke centrale beoordeling en bedroeg 75 procent (95%-BI: 61-85). Het primaire eindpunt van de tweede analyse met 159 patiënten was de ORR bepaald door de onderzoekers en bedroeg 79 procent (95%-BI: 72-85). De mediane responsduur was ten tijde van de eerste analyse nog niet bereikt. De mediane responsduur ten tijde van de tweede analyse was 35,2 maanden (95%-BI: 22,8-niet bereikt).

Alle patiënten in de effectiviteitsanalyses hadden een genfusie in een van de drie NTRK-genen, maar daarbuiten was de onderzochte populatie zeer heterogeen. De patiënten in de analyses werden geïncludeerd vanuit 2 fase I-studies en 1 fase I-/II-studie. Het primaire eindpunt van de tweede analyse verschilde van het primaire eindpunt van de eerste analyse. De genfusie mocht lokaal zijn vastgesteld met NGS, FISH of RT-PCR. Slechts 3 procent van de patiënten (n = 4) had een NTRK2-genfusie. Geïncludeerd werden patiënten met ten minste 16 verschillende maligniteiten (van 11 type maligniteiten werden minder dan 10 patiënten geïncludeerd). Van de geïncludeerde patiënten was 33 procent jonger dan 18 jaar. Deze heterogeniteit, de beperkte grootte van de analyses en de niet-vergelijkende opzet van de onderliggende studies bemoeilijkt de interpretatie van de generaliseerbaarheid van de gevonden uitkomsten.

Larotrectinib is door de EMA geregistreerd voor patiënten met een NTRK-genfusie, onafhankelijk van de onderliggende histologische diagnose onder de voorwaarde dat de fabrikant voor juli 2024 een gepoolde analyse met meer patiënten aanlevert met als doel de histologie-onafhankelijke werkzaamheid en de eventuele aanwezigheid van primaire en secundaire resistentiemechanismen beter te kunnen beoordelen. In afwachting van deze analyse voldoet larotrectinib aan de PASKWIL-criteria voor niet-gerandomiseerde studies voor een voorlopig positief advies. De toxiciteit van larotrectinib lijkt zeer beperkt met weinig toxiciteit van graad 3 of 4 en slechts zelden een dosisaanpassing (8 procent) of staken van de behandeling vanwege toxiciteit (2 procent).

5. Kosten

Behandeling met larotrectinib tweemaal daags 100 mg kost 5.443 euro per 28 dagen (bron: www.medicijnkosten.nl d.d. 19 december 2021). De mediane behandelduur is (nog) niet bekend. De mediane PFS (te gebruiken als surrogaatmarker voor behandelduur) bedroeg 28,3 maanden; derhalve zullen de kosten minstens 167.240 euro bedragen. Larotrectinib is in de sluis voor dure geneesmiddelen geplaatst. Er is nog geen vergoeding vanuit het basispakket.

Conclusie

Bij patiënten met een maligniteit met een NTRK-genfusie waarbij er geen behandelopties (meer) zijn, geeft behandeling met larotrectinib een kans op respons van 75 procent (95%-BI: 61-85) in een eerste analyse tot 79 procent (95%-BI: 72-85) in een tweede analyse, met in de tweede analyse een responsduur van mediaan 35,2 maanden (95%-BI: 22,8-niet bereikt). Deze uitkomsten voldoen aan de PASKWIL-criteria voor niet-gerandomiseerde studies voor een voorlopig positief advies. Er zal een herbeoordeling plaatsvinden wanneer de door de EMA gevraagde aanvullende analyses zijn gepubliceerd in een peer-reviewed tijdschrift. Publicatie wordt in de tweede helft van 2024 verwacht.
Dit advies is tot stand gekomen op basis van de uitkomsten van niet-gerandomiseerd onderzoek. De kwaliteit van het bewijs is matig. Het is waarschijnlijk dat met verder onderzoek de schatting van de grootte van het effect van de behandeling zal veranderen.