Mensen met het Lynchsyndroom hebben een verhoogde kans op het krijgen van dikkedarm en baarmoederkanker, maar ook andere kankervormen. Onderzoek, geleid door prof. dr. Marjolijn Ligtenberg, toont aan dat vormen als dunnedarm- maag- en urineleiderkanker vaker voorkomen bij deze mensen. De zeldzame, medullaire vorm van borstkanker bleek eveneens vaker bij patiënten met het Lynchsydroom aanwezig. Van deze laatste tumortype had zelfs 75 procent de specifieke DNA-afwijkingen van Lynchsyndroompatiënten.
Het is dus zaak om bij mensen met het Lynchsyndroom die kanker buiten de dikke darm of baarmoeder krijgen de tumor te onderzoeken op deze DNA-afwijkingen. Als die gevonden worden, is de kans namelijk groter dat immuuntherapie aanslaat.
Het onderzoek is gepubliceerd in Journal of the National Cancer Institute.