Overzicht

RISAS-procedure kan okselklierdissectie vervangen

  • 26 september 2022

Een minder invasieve operatie dan okselklierdissectie, de RISAS-procedure, kan nauwkeurig detecteren of er sprake is van resterende ziekte na neoadjuvante chemotherapie bij mammacarcinoom. Onderzoekers van het Erasmus MC, onder wie dr. Linetta Koppert, concluderen dit in JAMA Surgery.

Koppert en collega’s includeerden 212 mammacarcinoompatiënten uit 14 Nederlandse instituten. Allemaal ondergingen ze de RISAS-procedure. Hiervoor kregen ze voordat hun behandeling met chemotherapie begon, een radioactieve jodiummarker in de okselklier met metastasen. Na de chemotherapie werden de schildwachtklier en gemarkeerde okselklier verwijderd. Ook ondergingen ze een okselklierdissectie om te onderzoeken of de RISAS-procedure alle metastasen had gedetecteerd.

Bij 3,5 procent van de patiënten was er sprake van een fout-negatieve uitslag bij gebruik van de RISAS-procedure. De negatief voorspellende waarde was 92,8 procent. De kans om resterende ziekte te missen met de RISAS-procedure is 1 op 14. Die kans is groter bij verwijdering van alleen de gemarkeerde okselklier of de schildwachtklier: 1 op 6.

Volgens de onderzoekers laten deze resultaten zien dat de RISAS-procedure betrouwbaar genoeg is om vast te stellen of er nog metastasen in de oksel bevinden. Daarnaast zorgt de procedure voor minder bijwerkingen omdat hierbij minder klieren worden verwijderd dan bij okselklierdissectie.