Met een meta-analyse van 277 van de 444 geïncludeerde studies konden de onderzoekers de prevalentie en mate van pijn tussen verschillende groepen vergelijken: patiënten bij wie de behandeling nog niet gestart was, patiënten in een behandeltraject, patiënten na een curatief behandeltraject, patiënten bij wie geen behandeling tegen het remmen van de ziekte mogelijk was, patiënten in een palliatief behandeltraject en patiënten in de terminale fase.
De prevalentie van pijn onder de groep die klaar was met curatieve behandeling nam af van 39,3 naar 35,8 procent; in de groep mensen bezig met een behandeling daalde de prevalentie van pijn van 55 naar 50,3 procent. De afname van de prevalentie van pijn was groter onder de groep mensen die uitgezaaide kanker hadden en mensen in de terminale fase: van 66,4 naar 54,6 procent.
Meer en betere samenwerking tussen zorgverleners, meer bewustzijn onder zorgverleners over het belang van pijnbestrijding bij kanker, evenals meer richtlijnen over pijnbestrijding bij kanker hebben mogelijk een positief effect op de prevalentie van pijn, menen de onderzoekers. Hoewel de prevalentie van pijn is afgenomen, blijft die nog steeds erg hoog, vooral onder mensen met uitgezaaide kanker en mensen in de terminale fase. Daarom moet er onverminderd aandacht blijven voor pijnbestrijding, zowel onder zorgverleners, als in onderzoek en educatie, benadrukken Snijders en co.