Over het algemeen zagen de onderzoekers een bescheiden toename van overleving, die sterk verschilt per tumorsoort. Uit de studie blijkt dat bij patiënten met een GIST of een neuro-endocriene tumor de overleving het sterkst is toegenomen. ’Deze grote toename hangt samen met de introductie van geneesmiddelen die bij deze vormen van kanker zeer effectief zijn, zoals het middel imatinib voor GIST’, aldus Luyendijk op de site van IKNL.
De onderzoekers hebben in de studie gekeken naar algemene trends en ontwikkelingen, en niet naar een directe relatie tussen geneesmiddelen en uitkomsten. Daarvoor zijn meer gegevens nodig dan in deze studie zijn belicht. In de onderzoeksperiode werden meer dan tachtig nieuwe geneesmiddelen geïntroduceerd en is gekeken naar de overleving bij solide tumoren.
De historische data geven aan dat de resultaten die in trials worden gevonden niet altijd ook in de dagelijkse praktijk behaald worden. ‘Als we kijken naar de cijfers van patiënten met de diagnose gesteld tot en met 2018, dan lijkt de overlevingswinst beperkt. Voor bepaalde subgroepen is er gelukkig wel veel vooruitgang geboekt. En soms is de behandeling niet primair gericht op het verlengen van leven, maar op het verminderen van klachten’, zegt prof. dr. Sabine Siesling (IKNL/ Universiteit Twente) op de site van IKNL.
De studie is gepubliceerd in Journal of the National Cancer Institute.
