Patiënten met schildklierkanker kunnen ongevoelig worden voor de veelgebruikte behandeling met jodium-131. Hun schildkliercellen houden dan geen jodium meer vast, waardoor gericht bestralen lastig wordt. Ze krijgen lenvatinib als hun metastasen verder groeien. Maar dit geneesmiddel kent bijwerkingen die resulteren in een lagere kwaliteit van leven dan bij een jodium-131-behandeling.
Sommige geneesmiddelen kunnen ervoor zorgen dat de schildklier opnieuw gevoelig raakt voor jodium. LUMC-onderzoekers gaan meten of dit ook voor lenvatinib geldt. Als dit het geval is, kunnen patiënten weer een behandeling met jodium-131 ondergaan die ze beter verdragen dan lenvatinib.
