Het langetermijnrisico bij deze AYA’s (adolescents and young adults) op een tweede keer kanker is onderzocht door Daniël van der Meer (epidemioloog, NKI) en collega’s. Hij vergeleek het risico van AYA’s die in de periode 1989-2018 gediagnosticeerd waren met kanker en minimaal zes maanden na diagnose nog in leven waren met dat van de algemene bevolking, zo valt te lezen op de site van NTvG.
Het cohort van 99.502 overlevenden bleek een hoger risico op kanker te hebben. Dit risico was voor mannelijke AYA’s twee keer hoger en voor vrouwelijke AYA’s 1,3 keer hoger gedurende een followupduur van 25 jaar (mediaan: 9 jaar). In deze periode ontwikkelden 1471 mannen (3,7 procent) en 2873 vrouwen (4,8 procent) een tweede primaire kanker op een mediane leeftijd van 46 jaar. Daarbij ging het bij de mannen vooral om gastrointestinale kankers (21,8 procent) en bij de vrouwen vooral om borstkanker (26,9 procent). De cumulatieve incidentie van een tweede kanker steeg in totaal tot 8,9 procent bij mannen en 10,3 procent bij vrouwen na 25 jaar follow-up. De hoogste cumulatieve incidenties op lange termijn werden waargenomen onder overlevenden van lymfomen (13,3 procent mannen en 18,9 procent vrouwen). Het onderzoek is gepubliceerd op esmoopen.com.