De grote variatie van de raming heeft te maken met onder andere de verwijzing voor de noodzakelijke planvergelijking bij bepaalde kankersoorten. Bij zo’n vergelijking wordt gekeken of de duurdere protonentherapie genoeg voordeel biedt.
Ook heeft de onzekerheidsmarge te maken met de mate waarin patiënten zullen afreizen naar een protonencentrum voor een planvergelijking, of deze planvergelijking positief uitpakt voor protonentherapie, en of de patiënt vervolgens daadwerkelijk start met protonentherapie.
De raming van de capaciteitsbehoefte staat in het actualisatierapport protonentherapie dat is gemaakt op verzoek van het bestuurlijk overleg, waarin afgevaardigden van alle UMC’s, Nederlands Kanker Instituut (NKI/AVL), de drie protonencentra, Technische Universiteit (TU) Delft, Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie (NVRO) en VWS zitting hebben.
Volgens het bestuurlijk overleg zou een dergelijke raming een aanzienlijk kleinere onzekerheidsmarge moeten bevatten om gegrond aangepaste vergunningen te kunnen verlenen. Het bestuurlijk overleg wil daarom, in lijn met de aanbeveling van IKNL, de raming over twee jaar herhalen, en ziet op dit moment geen aanleiding voor verdere uitbreiding van de bestaande capaciteit.
