In deze cohortstudie, waarvan de resultaten onlangs gepubliceerd zijn in Thorax, werd het verband onderzocht tussen tijd-tot-behandeling en overleving bij NSCLC-patiënten in stadium III en IV.
Het overlijdensrisico was significant lager bij stadium III-patiënten met een langere tijd-tot-behandeling die alleen radiotherapie ontvingen of een vorm van systemische therapie. Ook was het overlijdensrisico significant lager bij stadium IV-patiënten met een langere tijd-tot-behandeling die chemotherapie en/of immunotherapie kregen. Er werd geen significant verband gevonden tussen de tijd-tot-behandeling en het risico op overlijden bij stadium III-patiënten die behandeld werden met chemoradiotherapie en stadium IV-patiënten die doelgerichte therapie kregen.
Het lijkt of het zelfs nadelig is om sneller te behandelen, maar dit is waarschijnlijk te wijten aan ongemeten patiënt- en tumorkenmerken en aan klinische urgentie die de tijdlijnen van behandeling bepalen.
‘Soms zien we ook geen effect van langer wachten met start van behandeling’, zegt Klarenbeek op de site van het IKNL: ‘Bij mutaties bijvoorbeeld zien we geen relatie tussen tijd-tot-behandeling en risico op overlijden. Dit is belangrijk om te weten omdat zorgvuldige moleculaire diagnostiek soms tijd kost. Ondanks dat de studie geen nadelig effect laat zien van langer wachten met de start van behandeling, willen we wel het belang van tijdig behandelen blijven aanstippen.’
