Genetische variatie zorgt ervoor dat patiënten allemaal anders reageren op eenzelfde medicijn. De ene patiënt verwerkt een medicijn met een andere snelheid dan de ander, en heeft daarom een andere dosis nodig om hetzelfde effect te bereiken. Een persoonlijke aanpak is dus gewenst. ‘We hebben in onze studie een DNA-medicatiepas gebruikt die het DNA-profiel van een patiënt koppelt aan medicijnen waarvan de verwerking wordt beïnvloed door het DNA’, aldus Swen op de website van het LUMC.
De Nederlandse farmacogeneticawerkgroep heeft voor ongeveer vijftig geneesmiddelen adviezen opgesteld over hoe de behandeling aangepast kan worden aan het DNA-profiel van de patiënt. Vóór de start van de behandeling kan daardoor een test gedaan worden om bijwerkingen te voorkomen. Swen geeft aan dat uit onderzoek met tweelingen echter blijkt dat nog lang niet alle erfelijk bepaalde verschillen in de verwerking van een medicijn te verklaren zijn. Er moeten dus nog veel meer DNA-varianten bekeken worden bij veel grotere groepen patiënten.