In de prospectieve observationele studie vulden 1.103 patiënten en 831 familieleden de baselinevragenlijst in. Patiënten hadden een lager emotioneel functioneren, gemeten met de EORTC QLQ-C30, dan de normpopulatie (78 versus 87; p < 0,001). Vergeleken met patiënten rapporteerden familieleden een lager emotioneel functioneren (69 versus 78; p < 0,001).
Meer tevreden zijn met de zorg in het algemeen (p < 0,05) en duidelijkheid over de primaire zorgverlener (p < 0,05) bleken positief geassocieerd met een hoger emotioneel functioneren bij patiënten. Voor familieleden waren juist ervaren continuïteit van zorg (p < 0,01) en informatie voor de patiënt (p < 0,05) positief geassocieerd met hoger emotioneel functioneren.