Tumoren kunnen de fitheid van T-cellen negatief beïnvloeden, waardoor deze minder goed worden in het opruimen van de tumorcellen. Het bleek dat het uitschakelen van de genen Dap5, Icam1 en Ctbp1 ertoe leidde dat T-cellen op verschillende manieren fitter werden, waardoor ze beter in staat waren om tumorcellen op te ruimen.
Het blokkeren van activeringsgeïnduceerde celdood verbetert de overleving van T-cellen in tumoren. Ook het benutten van celproliferatie biedt een mogelijkheid om voldoende tumorreactieve T-cellen te verkrijgen. Verder blijkt chronische antigeenstimulatie verantwoordelijk voor de belemmering van de fitheid van T-cellen. In de studie van Peeper kwamen de onderzoekers erachter dat het uitzetten van de genen Dap5, Icam1 en Ctbp1 door middel van genoombrede scans deze antitumoractiviteiten van T-cellen liet toenemen.
‘Deze bevindingen openen de deur naar mogelijke nieuwe strategieën om immuuntherapie te verbeteren. Ze zouden kunnen worden toegepast in T-celtherapie, maar dat moet nog worden getest. Door gericht in te grijpen in genen zoals Dap5, Icam1 en Ctbp1, kan de groei en activiteit van T-cellen worden geoptimaliseerd, wat kan leiden tot een meer duurzame en effectieve afweerreactie tegen tumoren’, aldus Peeper op de site van het AVL.