‘Vóór mijn afscheid wist ik al dat ik wilde blijven doorwerken, maar dan voor twintig uur. Ik ga me toeleggen op twee researchonderwerpen die al lopen, en ik heb nog promovendi te begeleiden. Bij het AVL is het geweldig werken. Er is weinig bureaucratie en de lijnen zijn kort.
‘Tijdens mijn studie in Wageningen deed ik onderzoek naar de waarde van de screening op cervixcarcinoom; dat had niets met voeding te maken, maar ik vond het erg interessant. Toen er na mijn afstuderen een vacature kwam voor een epidemioloog bij het AVL, heb ik meteen gesolliciteerd. Het AVL had nog helemaal geen afdeling Epidemiologie. Ik werd als eerste epidemioloog ook hoofd medische registratie. En tja, in het land der blinden is eenoog koning. De weinige ervaren epidemiologen die er waren in Nederland werkten in die tijd vrijwel allemaal aan hart- en vaatziekten.
&ellipsis;