BRCA1- of BRCA2-gemuteerde borstkankers zijn mogelijk extra gevoelig voor hoge dosis alkylerende chemotherapie, zo bleek uit verkennend eerder onderzoek. In het gerandomiseerde fase III-onderzoek NeoTN1 werden patiënten met een stadium II of stadium III BRCA-gemuteerde tumor die reeds drie behandelingen met dose dense doxorubicine en cyclofosfamide (ddAC) kregen gerandomiseerd. Ze kregen ofwel een vierde dosis ddAC, gevolgd door een hoge dosis carboplatine-thiotepa-cyclofosfamide, of een gewone chemotherapie, zoals ddAC or ddAC-capecitabine/ docetaxel (CD), afhankelijk van de MRI respons. Na een amende ment werd dit veranderd in ddAC-carboplatin/paclitaxel (CP) voor iedereen in de controlegroep. Het primaire eindpunt was de neoadjuvante responsindex. Ook werd er gekeken naar recidiefvrije overleving en algehele overleving.
NEOTN-STUDIE TOEGELICHT
Hoge dosis alkylerende chemotherapie niet beter dan standaardchemotherapie
Een hoge dosis alkylerende chemotherapie leidt bij patiënten met stadium II of stadium III BRCA-gemuteerde borstkanker niet tot een betere neoadjuvante responsindex dan een standaardbehandeling met chemotherapie.
Maak een gratis account aan en krijg toegang tot alle artikelen
Heeft u al een account?