MDO-PLATFORMS

Zelf het wiel uitvinden of één landelijk model?

  • 7 min.
  • Zorginnovatie

Binnen de regionale oncologienetwerken lopen verschillende pilots met een digitaal MDO-platform. Is iedereen zelf het wiel aan het uitvinden? Zorgverzekeraars Nederland zet in op één landelijke oplossing.

Illustratie (kleur) digitaal MDO-platform
Beeld: Pascal Tieman

‘Een MDO-platform is een basisvoorwaarde om te kunnen samenwerken. Het lastige is dat dit nog steeds niet goed is geregeld.’ Fabrizia Ketelaars van het regionale oncologienetwerk voor Zuidoost-Nederland, OncoZON, is bezig met het ontwikkelen van een MDO-platform. Dat is hard nodig, vertelt ze. ‘Het is niet zo dat nu niet wordt overlegd. Het vindt alleen niet op een optimale manier plaats. Je wil patiëntinformatie beschikbaar hebben voor alle deelnemers aan het MDO. Maar we hebben allemaal verschillende EPD’s. Het koppelen van die EPD’s blijkt in de praktijk niet eenvoudig.’ Dus hoe gaat het nu? Mailtjes worden – al dan niet beveiligd – heen en weer gestuurd, secretaresses typen informatie over. ‘Suboptimaal, complex en veel extra handwerk.’
Dat is ook de ervaring in Noordoost-Nederland. Maaike Oonk, gynaecoloog-oncoloog in het UMCG, heeft nog net niet meegemaakt dat voor oncologiebesprekingen de specialisten met z’n allen in de taxi sprongen, een stapel dossiers onder de arm. ‘Toen ik hier begon, waren we net overgestapt op videoconferencing. Maar het aantal patiënten dat we in de regio bespreken – en de complexiteit van die patiënten – is sterk toegenomen. Het belang van een goede informatievoorziening en efficiënte, uniforme overdracht is hoog. Maar voor overleg met Enschede hebben we nu een ander systeem dan voor Friesland en weer een ander systeem voor Groningen.’

Goedkoop en flexibel

Tijdens corona nam digitaal overleg een grote vlucht. Dat schiep een gunstig klimaat voor de ontwikkeling van digitale MDO-platforms. Ook het Integraal Zorgakkoord droeg daaraan bij: digitale uitwisseling en regionaal samenwerken staan op één.
De pilot in Zuidoost-Nederland om met het MDO-platform Vitaly een overkoepelend MDO-systeem te organiseren, verliep echter moeizaam. Ketelaars: ‘We hebben er veel van geleerd. Het platform is toekomstbestendig, er zijn mogelijkheden om EPD’s met elkaar te koppelen en automatisch informatie uit te wisselen. Maar omdat de EPD’s nog niet zover zijn, kunnen we geen gebruik maken van die technologie. Dan heb je eigenlijk een soort uitgeklede versie.’ In Zuidoost-Nederland kiezen ze nu voor een eigen oplossing, gebaseerd op Teams van Microsoft. Vijf ziekenhuizen gaan in een Teamsportaal op uniforme wijze informatie uitwisselen. ‘Teams is eenvoudig in te richten, goedkoop en flexibel. Maar ja, het probleem met Teams is dat het Amerikaans is. Dat betekent dat je met privacy-issues zit. We proberen zoveel mogelijk aan alle eisen en wetgeving te voldoen.’ Deze pilot van zes maanden is bedoeld om ervaring op te doen. Daarna zal de Teams-oplossing voorgelegd worden aan de Autoriteit Persoonsgegevens.

Kopietjes via de secretaresse

Ook in Amsterdam maken ze – vooralsnog – de keuze om zelf iets te gaan ontwikkelen. ‘Bij onze marktconsultatie voldeed geen van de partijen aan al onze eisen’, vertelt Marieke van Maanen, projectleider van Samen Digitaal, het digitaliseringsprogramma van Amsterdam UMC. ‘Daarom gaan wij het zelf verder opzetten met Epic, waarbij we wel steeds blijven kijken hoe de verschillende marktpartijen zich ontwikkelen.’
In Groningen heeft het MDO-platform nog steeds de status van pilot. Die proefperiode is al een aantal keren verlengd. Maaike Oonk ziet graag dat de pilot wordt omgezet in definitief gebruik. ‘Het is heel fijn dat ik vooraf de lijst met patiënten heb, dat ik die via dat platform kan voorbereiden en vast notities kan maken. Tijdens het MDO hoef ik niet meer een stapel kopietjes op te halen bij mijn secretaresse die ze voor mij heeft uitgeprint. Of de briefjes met mijn aantekeningen weer door te geven aan mijn secretaresse die de briefjes vervolgens afhandelt.’
Maarten de Ruiter, bij UMCG projectleider voor het Citrienprogramma, is al zeker vijftien jaar bezig met dit onderwerp. ‘Tot op de dag van vandaag hebben we nog niet de ideale oplossing gevonden.’ De pilot in Groningen is succesvol, maar slechts kleinschalig. ‘In vier maanden tijd hebben we een MDO-platform in productie genomen waarbij we bovendien een koppeling met het Chipsoft EPD van het Martini Ziekenhuis gerealiseerd hebben.’ De Ruiter pleit voor verdere opschaling, ook in de regio, maar dat stuit op praktische bezwaren. ‘We moeten draagvlak vinden om daadwerkelijk de knoop door te hakken en te durven investeren. Dat is een grote horde, want je hebt het wel over een flinke investering. Maar de meeste secretariaten zien met angst en beven het einde van de pilot tegemoet, want dat betekent dat ze weer veel handmatig werk moeten gaan doen.’

Inzetten in andere regio’s

Opvallend is dat de ervaring met Vitaly nogal uiteenloopt. De pilot in Maastricht verliep moeizaam, terwijl ze in Utrecht over datzelfde platform heel tevreden zijn, waarbij Gilbert Bod, ICT-manager strategische allianties bij UMC Utrecht, aantekent dat het niet alleen gaat om de IT-oplossing. ‘De samenwerking tussen zorgprofessionals, bestuurders, IT-specialisten en leveranciers maakt ons programma tot een succes.’ Zelfs zodanig dat ze samen met Zorgverzekeraars Nederland (ZN) de stap naar landelijke schaal willen zetten. ‘De kennis en kunde die opgedaan zijn in Utrecht kunnen we snel inzetten in andere regio’s. Dat bereiden we nu voor met ZN, ondersteund door aanbieder van zorgcommunicatiesystemen Vecozo. Later dit jaar kunnen andere regio’s die er klaar voor zijn, zich aansluiten bij deze landelijke infrastructuur.’
Tot nu toe kiest elke regio zijn eigen route. Bod hoopt de verschillende regio’s mee te krijgen in de richting van eenzelfde oplossing. ‘Ieder MDO vindt zichzelf uniek, maar in grote lijnen is ieder MDO hetzelfde. Kleine verschillen, daar kun je het systeem echt wel op aanpassen.’

Hoognodig veranderen

Volgens Han Tanis, directeur financiën en IT van Zilveren Kruis en directeur van Vecozo, moet er hoognodig iets veranderen aan de opzet van de huidige MDO’s. ‘Het is schrijnend hoe dat vandaag de dag gaat! Het kost een half uur aan administratie om een patiënt aangemeld te krijgen voor een MDO. Dat is problematisch. We willen toch de administratieve lastendruk verlagen, zodat artsen en ondersteunend personeel patiënten kunnen helpen en zo min mogelijk met dit soort dingen bezig zijn.’ ZN financierde de pilot in Utrecht met 2,4 miljoen euro. Nu die oplossing in Utrecht lijkt te werken, wil ZN dit model overal toepassen – en deels financieren. Vanuit de betrokken ziekenhuizen is binnen hun koepels NFU en NVZ aandacht hiervoor gevraagd om dit samen aan te pakken. ‘Het is wel besproken begreep ik, maar het zit in onze volksaard om toch gewoon lekker je eigen gang te gaan. Nu hebben wij als Zorgverzekeraars Nederland gezegd: wij willen het wel financieren, maar alleen als men het landelijk gaat uitrollen. Laten we er nou met elkaar voor zorgen dat in 2023 elke patiënt in Nederland in elk MDO op een laagdrempelige manier besproken kan worden.’

ZN neemt ‘changekosten’ op zich

Dit MDO-portaal wordt, onder de naam MDO-support.NL, een product van Vecozo. ‘Het moest ergens ondergebracht worden en dit leek ons een logische plek’, zegt Vecozo-directeur Tanis, ‘want hoewel Vecozo primair voor administratieve berichten is, doen we steeds meer op medisch vlak en schuiven we op naar medisch inhoudelijke berichten.’ ZN heeft hiervoor een bedrag van drie miljoen uitgetrokken. Daarmee neemt ZN de ‘changekosten’ op zich voor alle regio’s. De onderhoudskosten komen voor rekening van de ziekenhuizen. Het product wordt onderhouden en doorontwikkeld vanuit Vecozo, ‘en dan gaat Vecozo die kosten factureren bij de ziekenhuizen.’
Eén landelijke oplossing noemt De Ruiter ‘een heel goede gedachte’. Tegelijk wil hij de Groningse variant niet direct terzijde schuiven. ‘Wij hebben ook iets goeds: we hebben het snel gebouwd, al een jaar in productie en aangetoond dat het werkt. We moeten de verschillende oplossingen goed naast elkaar leggen en beoordelen op functionaliteit, schaalbaarheid en zeker ook de kosten. En is het dan wenselijk om een platform over het hele land uit te rollen of willen we dat iedere regio zijn eigen keuze daarin kan maken? Ik denk dat een landelijke oplossing voor het MDO lastig is. We moeten heel goed kijken of we inderdaad voor één oplossing kiezen of dat we ons juist richten op interoperabiliteit, waarbij we standaarden afspreken en platformen onderling samen laten werken.’ 

ELKE REGIO EEN EIGEN OPLOSSING

De regio Noordoost heeft een pilot met Workflower van aanbieder Amaron. De pilot wordt alleen gebruikt voor MDO’s voor de gynaecologische oncologie van UMCG en het Martini Ziekenhuis.
In Zuidoost-Nederland (OncoZON) kozen Maastricht UMC+ en het Máxima Medisch Centrum voor een MDO-portal van Vitaly van leverancier Parsek voor het expertteam Lever. In maart is OncoZON begonnen met een proef om MDO’s via Teams te organiseren. Ook de regio Midden (OncoMid) koos voor Vitaly. Aanvankelijk alleen voor de urologische oncologie. Na goede ervaringen wil men opschalen naar upper GI, HPB en gynaecologische oncologie.
In de regio Noord-Holland/Flevoland (OncoNoVO+) onderzocht Amsterdam UMC de mogelijkheden van platform Navify van Roche Diagnostics. Uiteindelijk koos Amsterdam UMC ervoor de mogelijkheden binnen Epic te optimaliseren.