Zorgt taakdelegatie voor kwalitatief betere zorg?

  • 4 min.
  • Open Podium

In steeds meer ziekenhuizen verschuiven taken van de oncoloog naar de verpleegkundige. In het Flevoziekenhuis, waar ik twee dagen per week werk, is er sprake van uitgebreide taakdelegatie. De oncologieverpleegkundige en verpleegkundig specialist nemen elk verschillende taken over. Bij het Amsterdam UMC, locatie AMC, waar ik 1,5 dag per week werk, is taakdelegatie veel minder gebruikelijk.

Mijn persoonlijke ervaring met taakdelegatie is erg positief. We hebben in het Flevoziekenhuis voor bepaalde patiëntengroepen heel duidelijk gedefinieerd wat de internist-oncoloog doet en wat de verpleegkundige doet. Dit is met name het geval bij standaardbehandeltrajecten zoals (neo-) adjuvante chemotherapie bij patiënten met mammacarcinoom en coloncarcinoom, of chemoradiotherapie bij patiënten met oesofagus- of rectumcarcinoom. De oncoloog doet de intake, neemt klachten en medicatie door en geeft een eerste uitleg over de behandeling. Daarna voorziet de oncologisch verpleegkundige de patiënt van nog veel meer uitleg, bijvoorbeeld over de gevolgen voor het dagelijks leven en over bijwerkingen.
Dat iemand anders na mij de tijd neemt om alle details met de patiënt te bespreken en alle vragen te beantwoorden, voelt heel prettig. Het betekent ook dat ik meer tijd kan besteden aan shared decision making, het informeren van de patiënt over het nut van een behandeling en dat ik dieper kan ingaan op twijfels die de patiënt heeft over behandelingen. Ook de behandeling zelf is voor een deel gedelegeerd. De oncoloog schrijft de eerste of eerste twee chemokuren voor; de verpleegkundige verzorgt daarna zelfstandig de planning van herhaalkuren en eventuele dosismodificaties en ziet de patiënt voor toxiciteitscontroles. Daarnaast vraagt de verpleegkundige ook testen aan voor bijvoorbeeld de evaluatie van respons. Dat verloopt heel goed.
Patiënten waarderen het enorm dat ze zowel bij mij als bij de verpleegkundige terechtkunnen. Ze merken dat wij elk een andere insteek hebben en elkaar daarom goed aanvullen. Het is wel essentieel dat de oncoloog en de verpleegkundige als één team samenwerken en alle informatie delen. Dat voorkomt ook dat patiënten twee keer hetzelfde moeten vertellen. Zelf heb ik meermaals ervaren dat we als een soort tweetrapsraket fungeren, bijvoorbeeld wanneer de patiënt bij mij een probleem benoemt en de verpleegkundige dat vervolgens verder kan uitdiepen. Dat geeft ons als team echt het gevoel dat we goede zorg leveren.
Bij taakdelegatie is de verpleegkundige voor de patiënt het eerste aanspreekpunt gedurende het gehele zorgtraject. Het hebben van een casemanager is een SONCOS-verplichting en patiënten waarderen dit enorm. De oncologen kunnen de rol van continu aanspreekpunt door onze drukke spreekuren mijns inziens niet goed vervullen. Dankzij taakdelegatie kan ik er nu op vertrouwen dat er een vangnet is als ik zelf niet beschikbaar ben. Daar komt nog bij dat de verpleegkundige of casemanager het aanspreekpunt blijft, óók als de patiënt binnen het zorgpad naar een ander specialisme gaat. De casemanager van een patiënt die bij de oncologie chemotherapie krijgt, kan dus een verpleegkundige zijn die vanuit de chirurgie is aangesteld.

Een essentiële voorwaarde voor taakdelegatie is veel mogelijkheid tot overleg. Als de verpleegkundige vragen heeft over dosisaanpassingen of toxiciteit, dan bespreekt ze die in de wekelijkse meeting. Daar is iedereen bij aanwezig, zo kunnen we allemaal van elkaar leren. Daarnaast is er dagelijks mogelijkheid tot contact; in levenden lijve, telefonisch of per e-mail.
Uitslagen bespreken, bijvoorbeeld van CT-scans, blijft vooralsnog een taak van de oncoloog. Ik merk absoluut dat mijn consulten daardoor intensiever worden – een groter deel van mijn tijd gaat immers op aan het brengen van slecht nieuws en bespreken van complicaties. Dat heeft zeker impact, maar het is ook uitdagender en dat spreekt mij juist aan. Om het behapbaar te houden is de tijd per consult met vijf minuten verlengd. Verder proberen wij zelf soms wat lucht in het spreekuur te houden door niet álle patiënten te delegeren naar de verpleegkundige. Wat ook helpt om de psychische druk te verlagen, is dat je de verantwoordelijkheid voor een patiënt niet alleen hoeft te dragen. En als het slecht gaat met een patiënt, kan ik het daarover hebben met de verpleegkundige. Ook dat maakt het minder zwaar.

Taakdelegatie is niet per se kostenbesparend, maar dat is wat mij betreft ook geen vereiste. Het belangrijkste is dat we goede kwaliteit van zorg leveren. Ik weet niet of taakdelegatie daarvoor noodzakelijk is: patiënten in het Amsterdam UMC zijn óók tevreden. Maar zelf ben ik erg positief over de werkwijze met taakdelegatie. Ik heb sterk de indruk dat ook patiënten er blij mee zijn.


Dr. Dirkje Sommeijer

Zij is: internist-oncoloog in het Flevoziekenhuis en in het Amsterdam UMC, locatie AMC.
Zij vindt: dat taakdelegatie in de oncologie een goede zaak is.


Wilt u van dit podium gebruikmaken om bijvoorbeeld uw standpunt, pleidooi of oproep onder de aandacht te brengen? Mail dan naar redactie@medischeoncologie.nl.