Door verbeteringen in de zorg voor kankerpatiënten en de vergrijzing vormen patiënten met wervelmetastasen een steeds grotere groep. Naar schatting worden in Nederland elk jaar tot 25.000 patiënten gediagnosticeerd met wervelmetastasen en tot 2.500 patiënten met metastatische epidurale spinale myelumof caudacompressie. De vorige richtlijn over diagnostiek en behandeling van deze patiënten verscheen in 2006 en was destijds voornamelijk gericht op patiënten met een dwarslaesie. De huidige richtlijn, die in 2015 is herzien, richt zich op alle patiënten met een wervelmetastase, zodat vanaf het stellen van de diagnose een proactief beleid gevoerd kan worden.
In eerdere versies van de richtlijn lag de nadruk vooral op het behandelen van symptomen op het moment dat deze zich voordeden, vertelt Van der Linden, betrokken bij de herziening van de richtlijn. ‘Eerdere richtlijnen waren heel reactief. De patië
VAN ESTAFETTE NAAR SAMEN BESLISSEN MET EEN COMPLEET BEELD
Richtlijn wervelmetastasen benadrukt multidisciplinair en proactief handelen
De Nederlandse richtlijn Wervelmetastasen van de Landelijke Werkgroep Neuro-Oncologie (LWNO) kreeg recentelijk internationale aandacht door twee wetenschappelijke publicaties.1,2 De richtlijn beveelt aan om bij patiënten met wervelmetastasen een proactief beleid te voeren, zodat het ontstaan van neurologische klachten of een dwarslaesie zo veel mogelijk kan worden beperkt. Radiotherapeut-oncoloog dr. Yvette van der Linden (LUMC), lid van de richtlijncommissie, en orthopedisch chirurg prof. dr. Cumhur Öner (UMC Utrecht) zetten de belangrijkste aandachtspunten uiteen.
Maak een gratis account aan en krijg toegang tot alle artikelen
Heeft u al een account?