Immuuntherapie – in de vorm van een behandeling met checkpointremmers – maakt al enige tijd deel uit van het reguliere behandelarsenaal voor hoofdzakelijk gevorderde of gemetastaseerde vormen van solide tumoren, zoals longcarcinoom, niercelcarcinoom en melanoom. Bij mammacarcinoom is dat (nog) niet het geval. ‘Dat heeft een aantal oorzaken’, legt Kok, werkzaam bij het Antoni van Leeuwenhoek, uit. ‘Om te beginnen is mammacarcinoom een aandoening met een relatief gunstige prognose waarvoor bovendien al veel effectieve vormen van behandeling beschikbaar zijn. ‘Dat maakt de noodzaak om onderzoek te doen naar nieuwe behandelingen, waaronder immuuntherapie, minder urgent dan destijds bij gemetastaseerd melanoom of longcarcinoom. De tweede reden is het feit dat borsttumoren een minder gemakkelijk doelwit voor checkpointremmers lijken te vormen dan bijvoorbeeld longtumoren en melanomen. Deze middelen versterke
MET VOORBEHANDELING BIJ ‘KOUDE’ TUMOREN EEN IMMUUNRESPONS OP GANG BRENGEN
Mammacarcinoom (bijna) binnen bereik van immuuntherapie
Ook al wordt het mammacarcinoom vaak als een niet-immunogene of ‘koude’ tumor beschouwd, recente data laten zien dat een subgroep mammacarcinoompatiënten wel degelijk baat heeft bij anti-PD-1/anti-PD-L1. Met name voor de vaak lastig te behandelen triple-negatieve tumoren kan immuuntherapie nuttig zijn en ook komen er borsttumoren voor die microsatellietinstabiel (MSI) zijn. Internist-oncoloog dr. Marleen Kok schetst recente ontwikkelingen en belicht enkele lopende studies.
Maak een gratis account aan en krijg toegang tot alle artikelen
Heeft u al een account?