Om metastasen op te kunnen sporen richtte Van Rij zich in haar promotieonderzoek op monoklonale antilichamen. ‘Die zijn daar zeer geschikt voor. Er is een antilichaam ontwikkeld tegen TROP-2; een antigeen dat aanwezig is op verschillende soorten tumorcellen, waaronder prostaatcarcinoomcellen.’ Een belangrijk nadeel van antilichamen is echter dat het lang duurt voordat ze uit het bloed zijn geklaard. Door de zeer lange halfwaardetijd veroorzaken de nog rondzwervende antilichamen achtergrondruis. Na injectie kan het 4 tot 7 dagen duren voordat goede beeldvorming mogelijk is.
