Ongeveer één op de drie borstkankerpatiënten heeft hormoongevoelige tumoren. Dat betekent dat hun kankercellen ontvankelijk zijn voor vrouwelijke oestrogenen die de groei van de cellen bevorderen. Dit is de reden waarom medisch oncologen zich bedienen van de hormonale therapie. Daarnaast kunnen de behandelaars ook ingrijpen in de eigenlijke aanmaak van de oestrogenen. Daartoe zijn er speciaal voor vrouwen na de overgang de laatste jaren nieuwe en betere medicijnen beschikbaar gekomen. Dat zijn de aromatase-remmers; medicijnen die het sleutel-enzym remmen dat zorgt voor de aanmaak van de hormonen. P.C. de Jong heeft hun werking bestudeerd en beschreven in zijn proefschrift.
Bij borstkankerpatiënten die nog niet in de overgang zijn, is het chemisch uitschakelen van de eierstokken of het fysiek verwijderen van deze organen een effectieve kankerbehandeling, omdat vóór de menopauze de