OPEN PODIUM

Teleconsulten: geen ‘one-size-fits-all’

  • 3 min.
  • Open Podium
  • Opinie

Het adagium de juiste zorg op de juiste plek is treffend gekozen, maar roept meteen ook de vraag op waar de juiste plek voor onze patiënten gesitueerd moet zijn. Voor een deel van hen is het een uitkomst als ze niet voor ieder consult naar het ziekenhuis hoeven te komen. Als we (beeld)bellen en eventuele thuisbehandelingen kunnen combineren met bijvoorbeeld bloedafname dicht bij huis en min of meer continue monitoring van klachten en functies, dan levert dat een gedegen beeld op van iemands fysieke gesteldheid. Als we daaraan vragenlijsten over geestelijk, sociaal en spiritueel welbevinden toevoegen, dan kan patiënten urgentiegestuurde telecommunicatie een aanwinst zijn.
Toch blijft het gesprek van mens tot mens in fysieke nabijheid een belangrijk onderdeel van de behandelrelatie met de patiënt. De lichaamstaal van de patiënt en diens begeleider, maar ook die van de arts, vormen – vaak onbewust – extra informatiebronnen die van belang zijn bij de besluitvorming.

De afgelopen maanden hebben we veel gebeld met onze patiënten en dat verliep meestal prima. Merendeels was je de tijd die je normaal op de poli aan de patiënt besteedt, ook kwijt aan een telefonisch consult. Er waren veel vragen en angsten, zeker over wat er allemaal wel en niet kon en mocht tijdens de corona-uitbraak. Bij een enkeling was het consult in 5 minuten klaar: je kent hem/haar goed, het ging goed, volgende kuur, tot over 3 weken.
Nieuwe patiënten werden in eerste instantie telefonisch benaderd, zeker in de beginperiode van de crisis. Bij een behandelwens werd er een afspraak gemaakt op een daarvoor ingerichte, fysieke ‘crisispoli’. Op zich was deze manier van werken heel efficiënt en gegeven de omstandigheden voor de meeste patiënten acceptabel.
Na een aantal weken echter begon ik het persoonlijke contact met mijn patiënten te missen en merkte ik dat dit wederzijds was. Gelukkig werd op dat moment de reguliere zorg weer langzaam opgestart. En toen bleek het met een aantal patiënten toch minder goed te gaan dan ze eerder hadden gecommuniceerd.

Zo zag ik na een aantal consulten op afstand voor het eerst Vera in het echt, een vrouw van 70 jaar, die begin maart op de afdeling werd gediagnostiseerd met een gemetastaseerd mammacarcinoom en pragmatisch was gestart met anastrozol. Toen ze ziek werd, had ze veel pijn en was ze minder mobiel. Na enkele weken verbeterde dat en na 6 weken bleek ook het CA 15,3 gedaald. Toch ging het niet goed met haar. Ze had last van slikklachten, at weinig en viel af. Op de beeldvorming was hiervoor geen verklaring te zien. Dus vroeg ik haar om naar de poli te komen. Dat deed ze, samen met haar partner.
In mijn spreekkamer zag ik een goed verzorgde, zeer verdrietige vrouw. Haar non-verbale communicatie nodigde mij uit om door te vragen en Vera vertelde het volgende verhaal. Ze was altijd actief geweest als hulp in de huishouding en kreeg regelmatig bezoek van kennissen, kinderen en kleinkinderen. Nu was ze min of meer gevangen in haar huis omdat haar partner zó goed voor haar zorgde dat ze sinds COVID-19 de deur niet meer uitging en niemand mocht ontvangen. Haar partner wilde haar niet kwijt. Begrijpelijk, maar ook beklemmend.

We moeten dus op zoek naar de juiste balans tussen veiligheid, gemak, doelmatigheid en een goede therapeutische arts-patiëntrelatie. Onderzoek naar deze verschillende aspecten van virtuele consultaties is vooralsnog schaars en in de Nederlandse medisch-oncologische praktijk nog niet optimaal uitgevoerd. Op basis van de recente ervaringen pleit ik voor co-tailored telemedicine waarbij zowel arts als patiënt aangeeft welk soort consult wenselijk is. Ongeacht wie het wenst, prevaleert het fysieke consult.
Dit vraagt echter om een goed inschattingsvermogen van de arts, scholing in gesprekstechnieken bij (beeld)bellen, adequate technieken en mankracht om de patiënt op afstand te monitoren en systematische controle van de veiligheid van de consulten. Het wordt tijd voor een door de wetenschappelijke vereniging opgestelde richtlijn die helpt de voorhanden zijnde teleconsultatie-mogelijkheden te implementeren in onze dagelijkse praktijk; niet ter vervanging van, maar als zinvolle aanvulling op het spreekkamerconsult.


Wilt u van dit podium gebruikmaken om bijvoorbeeld uw standpunt, pleidooi of oproep onder de aandacht te brengen? Mail dan naar redactie@medischeoncologie.nl.


Zij is: Fabienne Warmerdam, internist-oncoloog in Zuyderland MC.
Zij wil: co-tailored telemedicine waarbij zowel arts als patiënt aangeeft welk soort consult wenselijk is, maar waarbij het fysieke consult prevaleert.