HELENDE WOORDEN

Sterfelijkheid

  • 3 min.
  • Helende woorden
  • Media & Cultuur

Het zou wat zijn: kijken naar een film waarin Kafka of Proust vertelt over zijn schrijven, zijn passie en zijn worsteling met de banaliteit van het leven. Bij Christopher Hitchens kan dat heel goed; hij zegt alles glashelder. Hitchens (1949-2011) is een Engelse schrijver en journalist die vooral in de Verenigde Staten leefde. Hij is geliefd en gehaat vanwege zijn messcherpe polemieken, gevoerd op sarcastische toon met een Oxbridge-accent. Een compilatie van interviews toont hem ten voeten uit vanaf zijn studentenjaren tot aan enkele weken voor zijn overlijden.1 Tragisch genoeg is dan ook glashelder zichtbaar hoe alcohol en sigaretten hun tol eisen. Aan de vooravond van een boekpresentatie wordt hij in een New Yorks hotel wakker: ‘[...] mijn borstkas leek te zijn uitgehold en volgestort met langzaamdrogend cement’. De pericarditis brengt hem ‘van het land van de gezonden over de grens die het land van de zieken omgeeft’.2

De volgende halte is de oncoloog. ‘Het nieuwe land is gastvrij, op zijn manier: welkom in Tumorville. De mensen die er de zaak runnen zijn daar vanwege hun verdiensten en harde werken. Ze spreken een eigen taal en ze hebben enigszins merkwaardige gewoonten. Er porde er één abrupt met zijn vingers fors in mijn hals. Zo ontdekte ik dat mijn kanker zich had verspreid tot in mijn lymfeklieren, tissue is the issue hier; slokdarmkanker.’
Bij de halte daarna gaan de clichés de vuilnisbak in. Meedogenloos haalt hij gratuite beweringen onderuit. ‘Op de domme vraag “Waarom ik?”, antwoordt de kosmos alleen maar ‘Waarom niet’? Ook het cliché over vechten tegen kanker verdwijnt in de vuilnisbak van Hitchens. Van een lange en dappere strijd wil hij niets weten. ‘Sta me toe te zeggen dat als je in een wachtkamer zit met een groep andere finalisten en vriendelijke mensen laten een grote doorzichtige zak vergif in je arm lopen, dan is het beeld van een strijder wel het laatste dat bij je opkomt [...] je lost op in machteloosheid als een klontje suiker in water’. Hitchens vecht niet ‘een lange en dappere strijd’ tegen kanker. ‘Ik vecht niet en voer geen strijd tegen mijn kanker – de kanker vecht tegen mij.’ Hij vecht daarentegen lang en fel tegen wat hij als ‘obscurantisme’ bestempelt: alternatieve geneeswijzen, pseudowetenschap en religieus fundamentalisme (‘Ik zal voor je bidden’, beantwoordt hij met: ‘Ik zal voor je denken’). Hitchens stelt een kankeretiquette voor: geen verhullende taal waarin ellende wordt toegedekt. ‘Ik kijk zelf wel de meedogenloze waarheid in de ogen, dank u. Waag het niet dat ook te doen.’ Op vragen van vrienden over hoe het met hem gaat antwoordt hij: ‘Het is nog een beetje vroeg om het te zeggen’.4

Hitchens leeft van zijn schrijven en spreken. De slokdarmkanker en zijn behandeling tasten beide hevig aan. Een protonenbombardement in het M.D. Andersen Cancer Center in Houston maakt het slikken tot een hel. ‘Mijn twee gaven – spreken en schrijven – [...] en het moest slokdarmkanker worden.’
De auteur vraagt zich af of hij de verloopdatum van zijn creditcard nog zal meemaken. De perifere neuropathie aan zijn voeten percipieert hij als dood-in-het-leven. In het laatste interview zijn op de achtergrond van de beelden de vele boeken te zien in zijn huis. Hoge stapels boeken staan niet rechtop op boekenplanken, maar liggen op hun kant op leggers aan de muur. Eigenwijs, anders dan gebruikelijk, elegant. De film van zijn leven loopt af: volledig haarloos, gezwollen lichaam vanwege de chemotherapie, een felle blik in de ogen waarin de interviewer soms de wanhoop weet te vinden. Christopher Hitchens stelde zijn lichaam ter beschikking van de medische wetenschap.


Prof. dr. A.A. Kaptein is emeritus hoogleraar Medische psychologie. In deze column belicht hij romans die ingaan op thema’s als zingeving bij kanker, inpassen van kanker in het bestaan, therapie(on)trouw, levensstijl, zelfmanagement, kanker een plaats geven in een sociaal systeem en kwaliteit van leven. Dergelijke romans kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt als bibliotherapie of laten mogelijkheden voor expressive writing zien.