Subsidiëring onderzoek: dure beoordelingsprocedure zonder aantoonbare waarde

  • 3 min.
  • Open Podium

Regelmatig staan ze weer op de websites van onze UMC’s, de zelffelicitaties als men erin geslaagd is om prestigieuze subsidies binnen te halen van NWO, ZonMw of een van de gezondheidsfondsen. Terecht, meestal, in die zin dat het meestal uitstekende onderzoekers zijn. Maar hoe komt die keuze precies tot stand en hoe goed waren degenen die (net) niet in aanmerking kwamen? Het eerlijke antwoord is dat we dat niet weten. Wel zijn er op grond van internationaal onderzoek gerede twijfels mogelijk over de waarde van dit type selectie. De beroemde Stanfordonderzoeker prof. dr. John Ionnanidis, luis in de pels van het medisch-wetenschappelijk onderzoek, heeft in verschillende Amerikaanse en Britse studies laten zien dat de meest baanbrekende onderzoekers vaak niet degenen zijn die de subsidiegelden in de wacht slepen. Met andere woorden: referenten zijn over het algemeen slecht in staat (en soms misschien niet bereid) om de allerbeste aanvragen te selecteren. Wat betreft die bereidheid: er is heel wat onderzoek verricht naar de cognitieve biases die kunnen optreden wanneer iemand anoniem een oordeel moet geven. Een bekend verschijnsel is bijvoorbeeld sandbagging: een aanvraag uit de eigen kring indirect steunen door extra kritisch te oordelen over andere aanvragen. Anonieme beoordeling is dus niet bevorderlijk voor de kwaliteit van de beoordelingsprocedure.

Het zou opmerkelijk zijn als Nederlandse anonieme referenten de uitzondering waren op zulke breed gedocumenteerde mechanismen van cognitieve bias. Daar valt echter niets over te zeggen. NWO en ZonMw, de kampioenen van open science, zijn opmerkelijk weinig transparant als het gaat om data over de eigen beoordelingsprocedures. De mate van consensus tussen beoordelaars, toch een interessante kwaliteitsmaat, is een goed bewaard geheim. Onderzoek naar mogelijke sandbagging en andere cognitieve bias door de anonieme procedure heeft bij mijn weten in Nederland nooit plaatsgevonden. De subsidiegevers willen wel graag dat de ontvangers van een subsidie in hun wetenschappelijke publicaties melding maken van de gulle gever die het onderzoek mogelijk heeft gemaakt. Ik zou er sterk voor willen pleiten dat alle onderzoekers daarnaast in publicaties melding maken van mislukte pogingen om subsidie te werven voor het gepubliceerde onderzoek, compleet met dossiernummer. Dan zou in de vakliteratuur gemakkelijker na te gaan zijn welke excellente onderzoeksprojecten zijn afgewezen. Als dan ook nog duidelijk wordt welke gesubsidieerde projecten niets opleveren, wordt het beeld wellicht helderder. 

Zonder zulke transparantie is het op grond van buitenlands onderzoek zeer aannemelijk dat alle inspanningen van die tientallen referenten, ondersteund door een stevig ambtenarenapparaat, met voorrondes en bezwaarprocedures, netto niets toevoegen aan de kwaliteit van de Nederlandse wetenschap. Het kost wel een lieve duit. NWO heeft een jaarbudget van 1 miljard euro, waarvan 72 miljoen euro opgaat aan beheerskosten. ZonMw krijgt hier een deel van en geeft daarnaast nog eens 250 miljoen euro aan subsidies namens VWS; de exploitatiekosten bedragen 28,5 miljoen euro (jaarverslagen 2018). Van die ruim 100 miljoen euro aan overheadkosten zouden we heel wat promovendi kunnen aanstellen. Maar de werkelijke kosten liggen natuurlijk nog veel hoger. De inspanningen van de duurbetaalde referenten worden waarschijnlijk in hun vrije tijd geleverd, maar onderzoeksgroepen investeren jaarlijks heel wat dure uren in het schrijven van aanvragen met een honoreringskans van minder dan 10 procent. Geen verstandig bedrijf zou investeren in een activiteit met zo’n kleine kans van slagen.

Intussen hebben de subsidiegevers een forse invloed op de carrières van wetenschappers. Dit erkent ook de Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (VSNU). In een recent rapport relativeert de VSNU het belang van het ‘wervend vermogen’, de mate waarin een onderzoeker erin slaagt om subsidies binnen te halen, als criterium voor wetenschappelijke kwaliteit. Om dit gegeven nog verder te onderstrepen, stel ik voor om de complexe en dure beoordelingsprocedure te vervangen door een loting. Of misschien moeten we eens nadenken over andere manieren om die honderden miljoenen te verdelen over de kennisinstellingen. In elk geval heeft het weinig zin om de illusie in stand te houden dat we excellentie kunnen bevorderen met de huidige beoordelingsprocedure.


Prof. dr. Harald Merckelbach
Hij is: publicist en hoogleraar Psychologie aan de Universiteit Maastricht, geïnteresseerd in de raakvlakken tussen psychologie en recht. Zijn meest recente boek Goede verhalen zijn zelden waar verscheen onlangs bij uitgeverij Prometheus.
Hij vindt: dat de beoordelingsprocedure bij subsidiegevers zoals NWO moet worden afgeschaft, omdat beoordelaars niet in staat zijn de meest excellente aanvragen te selecteren.


Wilt u van dit podium gebruikmaken om bijvoorbeeld uw standpunt, pleidooi of oproep onder de aandacht te brengen? Mail dan naar redactie@medischeoncologie.nl.