HELENDE WOORDEN

‘In gratitude’

  • 3 min.
  • Helende woorden
  • Media & Cultuur

Van verstoppertje spelen houdt Jenny Diski niet. Al in de eerste zin van haar boek vermijdt ze clichés. ‘Schaamte, met aan de randjes uitputting’, als de arts de diagnose longcarcinoom onthult. Wanneer hij op haar vraag ‘Hoe lang nog?’ antwoordt met ‘Jaren, maanden, weken’, slaat de paniek toe na het woord weken. ‘Behandelen, niet genezen’ zegt de arts. De patiënt is 66 jaar; haar levensgeschiedenis kleurt haar reactie op de diagnose. Vader, rokkenjager en afwezig. Moeder, alcoholist die haar dochter ’s nachts in bed over haar vulva streelt. ‘Ik ben je moeder toch?’ Weglopen van school en huis, verkrachting op haar veertiende, enkele jaren onderdak gekregen in een intellectueel en chaotisch thuis bij Doris Lessing, een Britse, met de Nobelprijs voor Literatuur onderscheiden schrijfster. Jenny Diski komt er hard, verbitterd en afwerend uit. Het boekomslag toont de sigaret en de trotse, eigenzinnige levenshouding. Dat is ook haar antwoord op haar longcarcinoom. Ze bezweert haar omgeving dat ‘niemand onder welke omstandigheid ooit mag zeggen dat ik de strijd met kanker heb verloren, of dat ik het dapper heb gedragen. Ik vecht niet, verlies niet, win niet, verdraag niet. De kankercellen zal ik niet visualiseren’. Susan Sontag, auteur van Illness as Metaphor, zou hebben geapplaudisseerd: ziekte is geen metafoor. Diski kan het overigens niet laten om op te merken dat haar afwijzing van kankerclichés juist het bestaan bevestigt van wat ze wil ontkennen.1

Chemo and me is het middenstuk van het boek, ingeklemd tussen haar chaotische jeugd die een woedende, zelfstandige vrouw creëert, en het terugblikken op een leven als auteur, criticus, journalist en partner. Kanker mag dus niet de centrale plaats innemen. Voor haar behandelend artsen zal ze geen gemakkelijke patiënte zijn geweest. Daarna volgt het hoofdstuk Chemobrain: geheugenverlies, een waterval van tikfouten bij het schrijven, doodsbang om van de trap te vallen. Over de vermoeidheid wil ze het niet eens hebben. ‘Na een nacht slapen naar de wc lopen en daar zo moe van zijn dat je weer 10 uur moet slapen ... de carboplatine stroomt door mijn aderen alsof ze gevuld zijn met gesmolten metaal – kwik, maar niet kwikzilverig – zo zwaar, zo extreem vermoeiende moeheid.’ De auto instappen lukt alleen met een slok morfine en een in de hand gehouden ventilator die koele lucht blaast. Onc Doc en Onc Nurse vertellen de patiënte dat de scan zal laten zien of de tumor is gekrompen of gelijk gebleven.

In de wachtkamer en in de chemotherapieruimten kijkt ze de andere patiënten niet aan ‘omdat mensen in de verschillende stadia van kankerbehandeling niet een groep zijn waartoe je wilt behoren’.2 Na haar chemotherapie komen de ‘dodende stralen’. De radiotherapielaboranten duwen haar lichaam op de millimeter precies onder de bestralingsapparatuur. De patiënte met blote borsten; het jasje dat de naaktheid bedekt bij het lopen van de omkleedruimte naar behandeltafel verwijdert de laborant achteloos. De bestralingsapparatuur voert zijn danse macabre uit, stalen armen komen beangstigend dichtbij, met groene laserstralen, open en dichtgaande lenzen, brommend, klikkend, terugdraaiend, alsof ze de verkeerde kant opgaan. ‘Soms piept het 3 of 4 minuten, ik denk dat dat is om me te waarschuwen dat de stralen in mij gaan ... ik ben bang dat een van de armen op me valt, dat de behandeltafel opeens omhooggaat en me dooddrukt. Het is erg koud ... de technici lachen om mijn armwarmers die ik meeneem.’

Ik heb niet-kleincellig adenocarcinoom. Wat is dat in vredesnaam, “niet-kleincellig”. Waarom niet “groot” of “nogal groot”? Is het gewoon “groot-cel” maar uit beleefdheid eufemistisch genoemd? Niet-existent?’3
Jenny Diski overlijdt op 69-jarige leeftijd. Zes dagen eerder neemt ze op haar ziekbed haar boek In gratitude in ontvangst. Slechts de warme verpleegkundigen riepen zachtheid in haar op.


In gratitude, J. Diski
Bloomsbury, London, 2016
ISBN: 9781408879900

 


Prof. dr. A.A. Kaptein is emeritus hoogleraar Medische psychologie. In deze column belicht hij romans die ingaan op thema’s als zingeving bij kanker, inpassen van kanker in het bestaan, therapie(on)trouw, levensstijl, zelfmanagement, kanker een plaats geven in een sociaal systeem en kwaliteit van leven. Dergelijke romans kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt als bibliotherapie of laten mogelijkheden voor expressive writing zien.