HELENDE WOORDEN

De bedrogene

  • 3 min.
  • Helende woorden
  • Media & Cultuur

Ze is 50, al 10 jaar weduwe; rimpels, ouderdomsvlekken en grijze haren verschijnen. Rosalie von Tümmler heeft het ook veel over hoofdpijn, somberheid en nervositeit. Het ergst is nog ‘dat het bij mij is gestopt, dat van de vrouwen. Pijn eens in de maand is bij ons iets eerbaars, een teken van vitaliteit. Nu ben ik geen vrouw meer, maar het verdroogde omhulsel … niets anders dan oude rommel.’

Thomas Mann zet in De bedrogene drie personen om Rosalie heen. Dochter Anna, zoon Eduard en bijlesleraar Ken. Dochter Anna is kuis en zoon Eduard vrijwel onzichtbaar; Ken staat daardoor des te sterker in de schijnwerpers. Hij is 24, Amerikaan, heeft witte tanden, brede schouders, gespierde armen en smalle heupen. Zijn Duits met Amerikaans accent en zijn tafelmanieren fascineren Rosalie en haar vriendinnen. Dochter Anna observeert haar moeder en ziet de vermoeide blauwheid onder de ogen, het gelige schijnsel in de huid en de smalle aanblik.1
Rosalie daarentegen merkt andere zaken op. ‘Victorie, Anna, victorie, het is teruggekomen, na zo’n lange onderbreking, helemaal uit zichzelf, helemaal natuurlijk, zoals het hoort bij een rijpe, levenslustige vrouw! Een wonder’, teweeggebracht door ‘mijn zoete levenswekker’. Dat is Ken, ‘fontein van liefde’, natuurlijk.
Rosalie en Ken raken in elkaar verstrikt. Door een boottochtje op de Rijn belanden ze bij een kasteel met slotgracht. Zwarte zwanen houden de bezoekers in de gaten. Rosalie werpt ze brood toe, brood dat Ken op zijn lichaam warm hield. Het gaat bijna mis. Met machtige zwarte hals en vuurrode bek nadert een zwaan Rosalie vervaarlijk. ‘Zag je dat hij naar me siste?!’
Freud had het niet fraaier kunnen bedenken. Moeder en bijlesleraar spreken af elkaar de volgende avond te ontmoeten in haar slaapkamer. Die ochtend blijft het daar echter stil; Rosalie wordt aangetroffen in een plas met bloed. De zwarte zwaan was de dood, de vuurrode bek haar bloed. 

Thomas Mann verdiepte zich zorgvuldig in het ziektebeeld, de diagnostiek en de chirurgische behandeling van ovariumcarcinoom. De behandelend oncologen debatteren over de vraag of Rosalie aan cervixcarcinoom of ovariumcarcinoom lijdt.2 Voorafgaand aan de laparotomie zegt de oncoloog: ‘Ut aliquid fieri videatur’ – we moeten toch wat doen. Radicale chirurgie wordt ingezet, totdat de zinloosheid daarvan wordt ingezien. De natuur is genadig: ‘Rosalie sterft een zachte dood, betreurd door allen die haar kenden.’

De auteur wist waarover hij schreef. De lijst met medisch specialisten bij wie hij te rade ging, beslaat in zijn biografie een halve alinea. Door gedurfde invasieve chirurgie in de Verenigde Staten vanwege longcarcinoom leeft hij nog tien jaar na de diagnose. Manns favoriete copingstijl bij ziek-zijn is ontkenning. Voor hem is ziekte een narcistische krenking. Ook zijn seksuele voorkeur ontkent hij zijn leven lang, maar literatuurwetenschappers, historici en familie durven nu open te zijn over zijn verborgen homoseksualiteit. Ken in De bedrogene is gemodelleerd naar mooie Amerikaanse jongens, die hij in De dood in Venetië eerder heeft uitgewerkt. Liefde, ziek-zijn en dood zijn Manns leidmotief. Hij won de Nobelprijs in 1929. De Bedrogene is zijn laatste roman en zwanenzang die hij 24 jaar hierna schreef.

De roman wordt nog steeds gebruikt om ontkenning, rouw, symptoomperceptie en ziektegedrag aan de orde te stellen in onderwijs aan aanstaande artsen. In Medicalisation of falling in love worden de reacties van studenten op de roman van Thomas Mann beschreven.3 De vrouwelijke studenten bleken bozig over hoe een mannelijke auteur over menstruatie durft te schrijven. In de werkgroepbijeenkomsten discussieerden de studenten vooral over de vraag of verhoogd oestrogeen nu oorzaak of gevolg is van ovariumcarcinoom. De docenten stonden paf. De verbeelding van ziek-zijn legt het bij studenten geneeskunde af tegen een medisch-technische kijk op ziekte. Recent Nederlands onderzoek over ovariumcarcinoom onderstreept dat informatie over ziek-zijn pas in de behandeling wordt betrokken als patiënten en artsen ervoor openstaan.4 Het boekomslag is ook dubbelzinnig. Zijn de twee bloemen gestileerde baarmoeders? Zijn het symbolen van de dood of van liefde? Rosalie sterft een zachte dood. Dat is conform de opvatting van Mann dat het goede en de genade het laatste woord hebben: ‘Zo te sterven wensen we ook onszelf toe.’


Prof. dr. A.A. Kaptein is emeritus hoogleraar Medische psychologie. In deze column belicht hij romans die ingaan op thema’s als zingeving bij kanker, inpassen van kanker in het bestaan, therapie(on)trouw, levensstijl, zelfmanagement, kanker een plaats geven in een sociaal systeem en kwaliteit van leven. Dergelijke romans kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt als bibliotherapie of laten mogelijkheden voor expressive writing zien.