RESULTATEN HBV-ENQUÊTE TOEGELICHT

‘Screening op hepatitis B bij oncologische patiënten is aan te raden’

  • 6 min.
  • Patiëntenzorg

Om reactivatie van een chronische hepatitis B-virusinfectie door immuunsuppressieve behandelingen bij oncologische patiënten te voorkomen, is routinematige screening nodig. De prevalentie van het hepatitis B-virus is in Nederland weliswaar relatief laag, maar toch overlijden er onnodig patiënten aan deze complicatie. Internist-oncoloog dr. Hans-Martin Otten licht de noodzaak tot screening toe.

Oncologische patiënten die een immuunsuppressieve behandeling krijgen, lopen het risico op reactivatie van een sluimerende hepatitis B-virusinfectie (HBV). Ten minste: als zij ooit eerder met dit virus in aanraking zijn gekomen en daardoor chronisch geïnfecteerd raakten. Zo’n gereactiveerd virus kan voor grote problemen zorgen. Niet alleen geeft de hepatitis-flare zelf ernstige klachten, ook moet de (chemo)therapie worden uitgesteld. Maar liefst 20 tot 25 procent van de HBV-reactivaties bij kankerpatiënten leidt tot de dood. De prevalentie van HBV is in Nederland laag en daardoor valt het de individuele internist-oncoloog wellicht niet op, maar HBV-reactivatie komt zeker voor. Screening van kankerpatiënten op hepatitis B, gevolgd door antivirale therapie bij chronische HBV-infecties, kan dit leed eenvoudig voorkomen. Maar hoe gebruikelijk is die screening eigenlijk? Om dat te achterhalen,

Maak een gratis account aan en krijg toegang tot alle artikelen

Account aanmaken

Heeft u al een account?