helende woorden

Wit

  • 3 min.
  • Helende woorden
  • Media & Cultuur
Afbeelding (kleur) boekcover 'Wit'

Het boek telt 80 bladzijden, het decor is een patiëntenkamer in een universitair medisch centrum. Veel ruimte heeft de auteur dus niet nodig om het drama over het voetlicht te brengen. Vivian, de 50-jarige hoofdrolspeelster, duwt de infuuspaal waaraan de veneuze katheter is bevestigd voor zich uit. Ze heeft twee ok-jasjes aan: één met de strik op de buik, de ander met de strik op de rug. De auteur van het boek heeft uitgebreide ervaring met patiëntenzorg op een afdeling Medische oncologie van een Amerikaans ziekenhuis. Ze schrijft er het toneelstuk Wit over, dat de Pulitzerprijs wint.1 Het boek is inmiddels verfilmd.
De patiënte opent de voorstelling. Ze heet het publiek welkom, knikt en wuift, en vraagt hoe het ermee gaat. Ze wenst duidelijk niet patiënt te zijn; een copingstrategie die ze lang volhoudt.Zorgverleners vragen haar voortdurend hoe het met haar gaat. Die confrontaties kan ze niet ontlopen. De behandelend arts informeerde patiënte over haar ovariumcarcinoom stadium IV. Ze is hoogleraar Engelse letterkunde, dus de medische termen ‘sluipend’, ‘destructief’ en ‘invasief’ in die mededeling begreep ze wel. Of de betekenis van die woorden door haar afwerende coping heen komt, blijft de vraag. De radiodiagnostisch laborant is even van zijn stuk gebracht. ‘Uw naam?’ ‘Vivian Bearing.’ ‘Dokter?’ ‘Ja, ik ben gepromoveerd.’ ‘Maar wie is uw behandelend arts?’
De fellow medische oncologie komt binnen voor de verdere anamnese en het lichamelijk onderzoek. Voor hij begint, vertelt hij de patiënte dat hij haar colleges over Engelse literatuur heeft gevolgd. ‘Je komt de studie geneeskunde alleen binnen als je veelzijdig bent opgeleid.’ De patiënte lijkt wat terughoudend over die veelzijdigheid wanneer ze merkt hoe de fellow de anamnese afneemt. ‘Hoe oud bent u? Bent u getrouwd? Leven uw ouders nog? Hoe en wanneer zijn ze gestorven? Kinderen? Zo, dat is uw levensgeschiedenis.’ De patiënte weet nog te stamelen: ‘Ja, dat is mijn gehele levensgeschiedenis.’
Ook de grote visite imponeert de patiënte allerminst. Als ‘groot’ ervaart ze hem niet, eerder als ‘eromheen draaien’. ‘Ooit gaf ik onderwijs, nu word ik onderwezen.’ Het afdelingshoofd legt bij de grote visite aan zijn collega’s uit wat de situatie is: ‘Erg late opsporing… Links bovenbuik primaire massa, goed palpabel… Verdenking op metastasen… Alle cycli de volledige dosis.’
Hoge koorts en neutropenie slaan toe. De fellow laat de patiënte overplaatsen, omgekeerd geïsoleerd. Verpleegkundige Susie bepleit verlaging van de dosering. De fellow weigert. Het hoofd van de afdeling is het daarmee eens: ‘U doet het geweldig. Een paar dagen volhouden. Zie het als een vakantie. Houd de chemotherapie vol.’
De fellow legt aan Vivian uit dat de bijwerkingen van de chemotherapie ingewikkeld kunnen zijn. ‘Ik vertel het wat simpel. We worden nu eenmaal geacht zaken uit te leggen. “Communicatieve vaardigheden”; ze geven er hele blokken en cursussen over. Het is verplicht. Kolossale verspilling van tijd voor onderzoekers. Alsof we handjes moeten vasthouden bij het bespreken van de creatinineklaring. Houd op met die flauwekul, zeg ik.’
Vivian gaat slecht. Verpleegkundige Susie komt Vivian troosten en ze delen samen een waterijsje. Susies warmte doorbreekt het ontkennende copinggedrag, waarna de vraag naar al dan niet reanimeren opdoemt. Het wordt ‘NR’: niet reanimeren. De afspraak is maar net op tijd gemaakt. Een paar dagen later bezoekt de fellow Vivian, constateert een ademstilstand en initieert reanimeren. ‘Ze is research!’, roept hij naar de protesterende Susie. ‘Ze is NR!’, is haar reactie. Het licht op het toneel dooft.
Wit wordt veel in de opleidingen geneeskunde en verpleegwetenschappen gebruikt.3 De auteur vraagt zich af wat dat betekent. Een recensent merkt op dat het tot nadenken stemt dat geneeskundestudenten tijdens de coschappen verplicht een aantal bevallingen moeten zien, maar zonder verplichting tot het bijwonen van een sterfbed.


Prof. dr. A.A. Kaptein is emeritus hoogleraar Medische psychologie. In deze column belicht hij romans die ingaan op thema’s als zingeving bij kanker, inpassen van kanker in het bestaan, therapie(on)trouw, levensstijl, zelfmanagement, kanker een plaats geven in een sociaal systeem en kwaliteit van leven. Dergelijke romans kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt als bibliotherapie of laten mogelijkheden voor expressive writing zien.