NIEUWE NVMO-COMMISSIE PALLIATIEVE ZORG LICHT AMBITIES EN PRIORITEITEN TOE

‘Palliatieve zorg natuurlijke bondgenoot van curatieve zorg’

  • 6 min.
  • Vereniging

In 2020 moet er voor iedereen in Nederland goede palliatieve zorg beschikbaar zijn. Dat doel heeft het ministerie van VWS onlangs gesteld. Door deze hernieuwde aandacht is ook de NVMO-commissie Palliatieve Zorg opnieuw geactiveerd. ‘Uiteindelijk willen we dat palliatieve zorg in alle zorgpaden wordt ingebouwd’, zegt de voorzitter van de (hernieuwde) commissie, internist-oncoloog Fabienne Warmerdam.

Relatief veel oncologische patiënten worden uiteindelijk palliatieve patiënten en ook het omgekeerde is waar: veel palliatieve patiënten hebben een oncologische aandoening. ‘Vanwege hun bovengemiddelde ervaring kunnen internist-oncologen dan ook veel betekenen voor de palliatieve zorg in de brede zin’, zegt Warmerdam.
De NVMO-commissie Palliatieve Zorg bestond formeel al langer, maar is weer actief geworden door de aandacht die er vanuit de maatschappij in het algemeen en het ministerie van VWS en de zorgverzekeraars in het bijzonder is gekomen voor palliatieve zorg. ‘Dit voorjaar zullen wij de commissie presenteren met enkele beleidsvoorstellen voor de komende jaren op specifieke palliatieve onderwerpen in de oncologische praktijk’, aldus Warmerdam.
Een belangrijk doel van de commissie zal zijn: advies uitbrengen aan de NVMO en ook aan de NIV. ‘Ondanks de ruime ervaring van internist-oncologen zien we dat ook binnen onze beroepsgroep nog veel te winnen is’, stelt Warmerdam. ‘Net als bij andere specialisten ligt onze focus soms nog erg op curatieve zorg. Maar stel jezelf als arts eens de zogeheten verrassingsvraag: “Zou u verrast zijn als deze patiënt ergens in het komende jaar komt te overlijden?” Als het antwoord daarop “nee” luidt, dan komt die patiënt per direct al in aanmerking voor palliatieve zorg. En dat is meestal eerder dan nu vaak het geval is. Palliatieve zorg is zoveel meer dan pijnbestrijding voor iemand die aan het sterven is. Het gaat niet alleen om die somatische zorg, maar ook om psychische zorg, zoals het bestrijden van angst en om sociale zorg en aandacht voor existentiële vragen.’

Groeiende waardering

‘Wat palliatieve zorg in ieder geval gelukkig níet meer is, is spreekwoordelijke “softe geitenwollensokkenzorg” ’, vult internist-oncoloog Sabine Netters aan.
Zij is lid van de NVMO-commissie. ‘Palliatieve zorg was voor mij destijds zelfs een van de belangrijkste redenen om voor de oncologie te kiezen. Er zijn veel patiënten die we niet kunnen genezen, maar dat maakt ze nog niet meteen terminaal. Palliatieve zorg geeft heel veel voldoening door het intensieve, betekenisvolle contact met patiënten. Gelukkig begint die waardering voor palliatieve zorg ook te groeien onder collega’s. Tegelijkertijd moeten we als commissie ook nog meer aandacht vragen voor de potentiële kostenbesparing door betere palliatieve zorg. In de Verenigde Staten is wetenschappelijk aangetoond dat goede palliatieve zorg daar het aantal bezoeken aan de spoedeisende hulp en ook andere zorgconsumptie omlaagbrengt. Voor de Nederlandse situatie wordt dat nog onderzocht. Netto levert deze zorg, naast kwaliteit van leven voor patiënten en hun naasten, dus potentieel een kostenbesparing op, ook al genezen we niemand. De maatschappij dan wel de zorgverzekeraars zullen dus ook geld over moeten hebben voor palliatieve zorg.’

Geleidelijke overgang

‘Goede palliatieve zorg gaat bij voorkeur hand en hand met de tegen de ziekte gerichte zorg. Hierbij ligt in het begin de nadruk meer op het bestrijden van de ziekte en geleidelijk zal er meer aandacht zijn voor de symptoomlast’, stelt commissievoorzitter Warmerdam.
‘Onze commissie wil er dan ook aan bijdragen dat er in de patiëntenzorg veel eerder en bewuster over de palliatieve thema’s wordt nagedacht. Door zogeheten advance care planning op te nemen in de zorgpaden van verschillende maligniteiten, zullen niet alleen de artsen, maar vooral ook de patiënten ervaren dat de overgang van curatief behandelen naar palliatief behandelen veel natuurlijker verloopt. In het verleden was er vaak een veel te harde overgang van de specialist, die tot grote schrik van de patiënt had gezegd dat hij of zij uitbehandeld was, naar de huisarts die dan “het laatste stukje” mocht oplossen.’
‘Een belangrijk deel van het werk van onze commissie is ook gericht op het onderwijs‘, aldus Netters. Zelf volgt zij op dit moment de masteropleiding Palliative Care aan Cardiff University. ‘De basale kennis van Nederlandse artsen in eerste, tweede én derde lijn is echt nog te beperkt. Dat moet beter, al was het maar omdat de zorgverzekeraars dat sinds 2017 eisen. Ieder ziekenhuis dat oncologie bedrijft moet nu een palliatief team hebben, dat in consult kan worden geroepen als een medisch specialist of huisarts met concrete vragen zit op het gebied van palliatie.’

Internationale context

‘In verschillende andere landen is de opleiding anders georganiseerd’, vertelt internist-oncoloog prof. dr. An Reyners, de eerste hoogleraar Palliatieve geneeskunde in Nederland en ook lid van de NVMO-commissie. ‘In Groot-Brittannië bijvoorbeeld, bestaan aparte specialisten, de palliative care physicians. Het grote voordeel van dat systeem is dat er artsen zijn die zeer goed zijn ingevoerd in de palliatieve zorg, terwijl de internist-oncoloog zich helemaal kan focussen op de behandeling van de maligniteiten. Het voordeel van het Nederlandse systeem, met hopelijk steeds beter opgeleide generalisten en aparte consultants voor ingewikkelder vragen over palliatieve zorg en vooral ook een goed georganiseerde transmurale zorg, is dat de palliatieve zorg natuurlijker wordt geïntegreerd in de curatieve zorg.’

Doel voor langere termijn

Naast de eis dat ieder ziekenhuis dat oncologische zorg aanbiedt een palliatief team moet hebben en de wens van het ministerie dat daarmee in 2020 voor iedere patiënt adequate palliatieve zorg beschikbaar zal zijn, heeft de NVMO-commissie ook een doel voor de langere termijn geformuleerd, vertelt Warmerdam. ‘Het zou mooi zijn als in 2025 de palliatieve zorg in alle zorgpaden is opgenomen. De Advance Care Planning, die al in een vroeg stadium rekening houdt met de zorg wanneer genezing geen optie meer is, zal in richtlijnen moeten worden opgenomen. Dat vraagt ook een verandering van cultuur. Nu is de term palliatieve zorg nog te vaak confronterend. Maar stapje voor stapje zullen artsen én patiënten moeten inzien dat er feitelijk geen harde scheiding is tussen ziektegerichte zorg en palliatie. Uiteindelijk gaan beide vormen van zorg over kwaliteit van leven. Palliatieve zorg is daarmee een natuurlijke bondgenoot van de ziektegerichte (oncologische) zorg. 


PRIORITEITEN

Afgelopen november tijdens de Oncologiedagen voor Nederland en Vlaanderen 2018 hebben aanwezigen kunnen aangeven waar de NVMO-commissie Palliatieve Zorg zich in hun optiek als eerste mee bezig zou moeten gaan houden. De meesten gaven aan dat een declareerbare DBC voor proactieve zorgplanning (n = 50) nodig is. Andere prioriteiten zijn geoormerkte tijd en/of collega voor proactieve zorgplanning (n = 39), inbedding proactief zorgplan in oncologische zorgpaden (n = 21) en identificatie van patiënten met palliatieve zorgbehoeften (n = 20).


NVMO-COMMISSIE PALLIATIEVE ZORG

  • Fabienne Warmerdam, Zuyderland, Sittard-Geleen (voorzitter)
  • Dr. Alexander de Graeff, UMC Utrecht
  • Ir. Joan Heijns, Amphia, Breda
  • Sabine Netters, Isala, Zwolle
  • Prof. dr. An Reyners, UMC Groningen
  • Prof. dr. Karin van der Rijt, Erasmus MC, Rotterdam
  • Dr. Ester Siemerink, ZGT, Almelo en Hengelo
  • Maurice van der Vorst, Rijnstate, Arnhem

F.A.R.M. Warmerdam studeerde geneeskunde in Utrecht, waarna zij zich in 2009 in het AMC en Antoni van Leeuwenhoek in Amsterdam specialiseerde tot internist. Sindsdien werkt ze in het Zuyderland Medisch Centrum in Sittard-Geleen, waar zij tevens consulent is in het Transmuraal Palliatief Advies Team Zuyderland.


Prof. dr. A.K.L. Reyners studeerde geneeskunde in Groningen, waar ze ook haar promotieonderzoek naar cardiovasculaire autonome functietests voltooide en haar opleiding tot internist-oncoloog voltooide. Ze behaalde een postgraduate diploma in palliatieve geneeskunde en een master in palliatieve geneeskunde aan de Cardiff University in Wales. Sinds 2016 is zij de eerste Nederlandse hoogleraar Palliatieve geneeskunde en voorzitter van het Expertisecentrum Palliatieve Zorg Noordoost-Nederland.


F.J.S. Netters studeerde geneeskunde in Groningen, waarna zij zich in 2010 specialiseerde tot internist. Sinds 2016 is zij internist-oncoloog en consulent van het Palliatief Advies & Consult Team van ziekenhuis Isala in Zwolle. Tevens is zij docent bij de landelijke achtdaagse opleiding palliatieve zorg voor medisch specialisten. In 2019 hoopt zij haar postgraduate diploma palliatieve geneeskunde aan Cardiff University af te ronden.