De oude dorpsdokter

  • 1 min.
  • Voorwoord
  • Woord vooraf

In dit ‘oudejaarsnummer’ aandacht voor oud en nieuw. Nieuw zijn de protonencentra, waar hard wordt gewerkt om te komen tot het formuleren van dé indicaties voor protonentherapie. Verder is er veel aandacht voor de oudere patiënt met kanker.

Vrijwel alle geïnterviewde deskundigen zijn het erover eens dat geneesmiddelenstudies voornamelijk worden uitgevoerd met patiënten zonder comorbiditeit. De meerderheid van de patiënten in de spreekkamer is echter oud en heeft meestal verschillende aandoeningen, waardoor de resultaten van wetenschappelijk onderzoek niet een-op-een zijn over te nemen. Bij deze groep is de gewenste behandeluitkomst niet alleen een verlengde overleving. Kwaliteit van leven, te verwachten toxiciteit en het behoud van zelfstandigheid zijn minstens zo belangrijk.

In België is het gebruik van geriatrische assessments meer dagelijkse praktijk dan in Nederland. Wel geeft prof. dr. Hans Wildiers in dit nummer aan dat de acties naar aanleiding van de uitkomsten van het assessment nog onvoldoende worden ingezet. In Nederland wordt het geriatrisch assessment vaak slechts alleen na screening of op indicatie uitgevoerd. Ook is er nog de discussie in hoeverre een klinisch geriater of internist ouderengeneeskunde hierbij moet worden betrokken. Volgens geriater dr. Marije Hamaker is dit toch echt het terrein van de internist-oncoloog, die dan op indicatie geriatrische expertise kan aanvragen. Wel moeten de diverse specialisten van elkaar leren en elkaars taal leren spreken. Stichting GeriOnNe en de SIOG kunnen hierbij behulpzaam zijn.

Dat eenieder vanuit eigen invalshoek kijkt, is ook zichtbaar in het dubbelinterview met dr. Hugo van der Kuy en prof. dr. Rob van Marum. Van Marum wil als klinisch geriater beoordelen of medicatie nog wel moet worden gegeven en neemt hierbij het levensperspectief van de patiënt als uitgangspunt. Van der Kuy kijkt vanuit apothekerszijde en probeert via signaleringssystemen een bijdrage te leveren aan verantwoord en zinvol geneesmiddelengebruik bij oudere patiënten.
Missen we dan toch de oude dorpsdokter, die elke patiënt in zijn praktijk kent, inclusief familieomstandigheden en dergelijke? In dit themanummer wordt in alle stukken over geriatrische oncologie de huisarts als onderdeel van de zorgketen niet genoemd. Ook wordt aangegeven dat ouderen afzien van de ‘beste behandeling’ als de reistijd te groot wordt. Iets om rond de kerstboom nog eens over na te denken naar aanleiding van de discussie over concentratie…

Namens redactieraad en NVMO-bestuur,