Herbeoordeling: bevacizumab bij het niet-resectabel gevorderd, gemetastaseerd of gerecidiveerd niet-kleincellig longcarcinoom

  • 2 min.
  • BOM

Introductie
In de per 1 januari 2012 opgetreden verandering in de maatregel voor opname op de NZa-beleidsregel voor dure geneesmiddelen staat vermeld dat 4 jaar na voorlopige opname een herbeoordeling moet plaatsvinden die uitsluitsel moet geven over de continuering van deze opname. Deze herbeoordeling dient te zijn gebaseerd op aanvullende gegevens over de farmacotherapeutische waarde van bevacizumab ten opzichte van de vergelijkende behandeling(en). Dit kunnen gegevens zijn van nieuwe gerandomiseerde klinische studies, follow-up van eerdere studies en observationele onderzoeken (onder meer ‘uitkomstenonderzoek’) die hebben plaats gevonden tussen 2008 en 2012.

Beoordeling van bevacizumab bij niet-kleincellig longcarcinoom uit 2008
Gebaseerd op de uitkomsten van twee gerandomiseerde fase III-studies waarin de toevoeging van bevacizumab aan carboplatine-paclitaxel [1] en gemcitabine-cisplatine [2] bij patiënten met een gemetastaseerd (stadium IIIB/IV) niet-plaveiselcelcarcinoom werd bestudeerd, concludeerden zowel de Commissie Farmacotherapeutische Hulp (CFH) van het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) als NVMO-commissie BOM dat bevacizumab alleen therapeutische meerwaarde heeft wanneer het wordt toegevoegd aan de combinatie paclitaxel-carboplatine. Beide commissies concludeerden op basis van de toen beschikbare literatuur dat cisplatinumbevattende chemotherapie voor deze patiënten de voorkeur verdient en dat de combinatie paclitaxel-carboplatine-bevacizumab alleen dient te worden toegepast bij patiënten die een contra-indicatie hebben voor behandeling met cisplatinumbevattende doubletchemotherapie.

Farmacotherapeutische waarde bevacizumab: aanvullende gegevens
Er zijn geen uitkomsten van nieuwe gerandomiseerde fase III-studies gepubliceerd die de toepassing van bevacizumab bij patiënten met een gemetastaseerd niet-plaveiselcelcarcinoom hebben bestudeerd. Ondertussen is de standaardbehandeling van deze patiëntengroep enigszins aan verandering onderhevig geweest. Na publicatie van de resultaten van de fase III-studie van Scagliotti en collega’s, waarin de combinatie gemcitabine-cisplatine werd vergeleken met pemetrexed-cisplatine [3], is toepassing van de eerste combinatie verlaten.
De in 2011 gepubliceerde landelijke richtlijn voor de behandeling van het niet-kleincellig bronchuscarcinoom vermeldt dat de standaardbehandeling bij patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) van het niet-plaveiselceltype een combinatie van cisplatine met een derdegeneratiecytostaticum, exclusief gemcitabine, is. Deze richtlijn laat overigens uitdrukkelijk ruimte voor carboplatinebevattende combinaties voor deze patiëntengroep, waarbij patiëntkarakteristieken (contra-indicaties voor cisplatinum) en tumorkarakteristieken (histologische diagnose) in acht dienen te worden genomen.
Zoals eerder aangegeven zijn er na 2008 geen resultaten van nieuwe gerandomiseerde fase III-studies verschenen die het effect van bevacizumab aan de standaardbehandeling bestuderen. In het bijzonder zijn er geen directe vergelijkingen voorhanden tussen de combinatie cisplatine-pemetrexed en carboplatine-paclitaxel-bevacizumab. De vraag of bevacizumab een therapeutische meerwaarde heeft voor patiënten die geen contra-indicatie hebben voor behandeling met cisplatine kan dus niet met zekerheid worden beantwoord.
Als laatste heeft de CFH in haar beoordeling de uitkomsten van in Nederland behandelde NSCLC-patiënten met bevacizumab meegenomen. Deze groep omvatte echter een zeer beperkt aantal patiënten – 95 patiënten, waarvan 46 patiënten met bevacizumab plus chemotherapie versus 39 patiënten met chemotherapie alleen – hetgeen voor de NVMO-commissie BOM reden is te stellen dat dit onderzoek geen toevoeging kan vormen om te worden meegewogen in de herbeoordeling van bevacizumab voor genoemde indicatie.

Conclusie
Op basis van (het gebrek aan) gegevens beschikbaar gekomen tussen 2008 en 2012 aangaande de toepassing van bevacizumab bij de indicatie niet-resectabel gevorderd, gemetastaseerd of gerecidiveerd niet-kleincellig longcarcinoom, anders dan met overheersend plaveiselcelhistologie, is er géén reden het in 2008 geformuleerde advies van de NVMO-commissie BOM te wijzigen.