De biologie van kanker is de laatste jaren tot in detail ontrafeld. Nu wordt het tijd voor de vertaalslag naar de kliniek. Daarbij zijn nog vele hindernissen te nemen, zo stelde prof. dr. G.J. Ossenkoppele in april 2003 in zijn oratie. Maar nieuwe therapieën komen eraan, bijvoorbeeld door de ontwikkeling van een vaccin tegen minimaal residuale ziekte bij leukemie.
De afgelopen decennia is het inzicht in de biomoleculaire achtergronden en oorzaken van kanker exponentieel gegroeid. De vorderingen in de kliniek, die meer lineair waren, hebben daar geen gelijke tred mee kunnen houden. Zo is een enorme discrepantie ontstaan. De translationele oncologie probeert die nu weg te werken. Dit relatief nieuwe vakgebied dat een toenemende belangstelling geniet, moet het gat tussen kennis en toepassing dichten.&ellipsis;