Als de krant en de sportclub onbetaalbaar worden

  • 2 min.
  • Woord vooraf
Portretfoto (kleur) Machteld Wymenga
Machteld Wymenga
Beeld: Pepijn Klerkx

De negatieve financiële gevolgen die de diagnose kanker en de behandeling daarvan kunnen hebben, geven veel stof tot nadenken. Volgens gegevens van de Nederlandse Vereniging van Kankerpatiënten (NFK) ervaart maar liefst driekwart van alle onze patiënten dergelijke negatieve financiële gevolgen, deels door minder inkomsten, deels door meer uitgaven.

Sommige voorbeelden die in het artikel verderop in dit nummer genoemd worden, zijn ronduit schrijnend te noemen. Zo kan men zich bijvoorbeeld een krantenabonnement of het lidmaatschap van een sportclub van de kinderen niet meer veroorloven. Ook u zal vast dergelijke situaties kennen. Onlangs vertelde een patiënte met een beperkte levensverwachting mij dat het haar grootste wens was om een weekeinde met haar kinderen en kleinkinderen naar de kust te gaan, maar dat ze zich dat niet kon veroorloven.

In palliatieve setting zijn behandelingen gericht op levensverlenging en/of verbetering van kwaliteit van leven. Ik heb mij regelmatig afgevraagd of de verbetering in kwaliteit van leven voor sommige patiënten niet veel groter zou zijn als een (klein) deel van de gemaakte kosten aan de patiënt overgemaakt zou worden, in plaats van uitgegeven aan de (dure) ingestelde behandeling. Zeker als een dergelijke behandeling nauwelijks overlevingswinst geeft, maar enkel winst in progressievrije overleving zou dit wel eens ongunstig uit kunnen vallen voor de behandeling. Hierover zijn geen data beschikbaar en ik vrees dat die er ook niet zullen komen.

Gelukkig krijgt werken tijdens behandelingen wel steeds meer aandacht, waardoor hopelijk het gevaar van inkomensverlies na een in opzet curatieve behandeling zal afnemen.

Reiskosten is ook een regelmatig terugkerend onderwerp in mijn spreekkamer. Veel verzekeraars vergoeden reiskosten niet volledig, soms enkel voor het bezoek aan de dagbehandeling. Er is nooit vergoeding van reiskosten van familieleden voor bezoek bij een (onverwachte) ziekenhuisopname, terwijl dit bezoek vaak erg waardevol is. Bij toenemende concentratie van zorg is dit een aspect dat meegewogen zou moeten worden. Wellicht is netwerkvorming uiteindelijk niet alleen van belang voor medisch-inhoudelijke zaken, maar zou netwerkvorming ook van belang kunnen zijn om financiële gevolgen voor de patiënt te beperken. Zorg dichtbij als het kan, alleen ver weg als het moet.

Tot slot: de in het artikel gesuggereerde vraag om aan patiënten te stellen: ‘Redt u het nog?’ is wellicht een vraag die u niet moet vergeten!

Een hartelijke groet vanuit Twente,
redactie@medischeoncologie.nl